Lima, Huaraz, Huacachina, Arequipa, Cabanaconde
Zaterdag 26 augustus
Na het logeerpartijtje in Bogota konden Roos en ik nog even rustig aan doen in de ochtend. Daarna pakten we de bus naar het vliegveld (die route kende we inmiddels) en checkten in voor onze vlucht naar Lima. Onderweg passeerden we voor de vijfde keer in onze reis de evenaar. Binnen een paar uur zette de piloot de wieltjes aan de grond en stonden we op Peruaans grondgebied. Onze niet bestaande retourtickets waren helemaal niet nodig en twee stempeltjes later stonden we in de aankomsthal. Omdat ik een nieuwe telefoon besteld had en deze al naar een hostel in Peru had laten sturen hadden we voor de verandering al een reservering. Op zoek naar een taxi tikten we een random andere backpacker op de rug om een ritje mee te delen. De jongedame draaide zich om en Roos keek recht in de ogen van… Myrthe, een oud-studiegenoot van de opleiding kinderfysiotherapie! Een stukje toeval dat je vooraf niet kunt bedenken. We besloten een taxi te delen en de volgende dag weer af te spreken. De taxi reed traag door het volledig vastgelopen verkeer van Lima. Eenmaal aangekomen bij ons hostel was de dorm totaal anders dan we hadden voorgesteld. Losse bedden in plaats van stapelbedden en een zee van ruimte. Bovendien waren we de enige in de hele zaal. Ons hostel bevond zich in de wijk Miraflores wat een levendig stukje Lima is. Roos en ik gingen op pad in de avond, aten pizza en borrelden na in een bar. Les van de dag: in Peru is het een stuk kouder dan Colombia. Dat wist ik eigenlijk wel, maar dit was weer de eerste keer dat ik even met de neus op de feiten werd gedrukt. (brrr)
Zondag 27 augustus
De de eerste dag in een nieuw land: uitzoeken wat we daar eigenlijk kunnen doen. Omdat internet op het hostel niet al te best was (ook niets nieuws onder de zon) besloten we om onze internet-gear mee te nemen en ons te verplaatsen naar de wijk Barranco. Na eerst een rondje gemaakt te hebben in de bohemien wijk streken we neer in een leuk koffietentje. De internetverbinding was stabiel, de koffie sterk en de sandwiches heerlijk, dus googleden Roos en ik het grootste gedeelte van een route door Peru bij elkaar. In de avond ontmoetten we Myrthe weer en aten gezellig Italiaans in een restaurant van een Zuid-Afrikaanse eigenaar (ja, we zaten in Peru hoor). Les van de dag: ook in Peru heb ik mijn favoriete supermarktketen gevonden: de Metro!
Maandag 28 augustus
In de ochtend kregen we er spontaan toch twee dormgenoten bij. Na het ontbijt besloten we dat we ook wat meer van onze wijk Miraflores moesten zien. Lima is een gigantische stad van ruim tien miljoen inwoners. Het historische centrum van Miraflores bestaat uit veel oude kerken, koloniale gebouwen en het Parque Kennedy. In dat laatste park stond het deze dag bomvol met protesterende leraren. Ruim een maandje later zouden in Nederland de leraren ook de straat opgaan, maar ik zag toch duidelijk verschillen in de protesten. De Peruaanse leraren gaven nou niet echt een schoolvoorbeeld voor de lokale jeugd. De Nederlandse leraren heb ik immers niet met stenen zien gooien om vervolgens met traangas bekogeld te worden. Hetzelfde park werd overigens buiten de protesten om bevolkt door… katten! Tientallen katten vonden in het park hun huis en werden netjes verzorgd en gevoed door vrijwilligers. Later op de dag zetelden Roos en ik ons weer in een lokaal koffietentje om de laatste zaken uit te zoeken voor onze avonturen in Peru. In de avond kookten we een super Peruaans gerecht: quinoa. Les van de dag: de Nederlandse vraag of je quinoa nu uitspreekt als “kie-no-wa” of “kien-wa” wordt door de lokale bevolking beantwoord met de laatste keuze.
Dinsdag 29 augustus
Zoals we in Colombia ook al gedaan hadden, konden we in Lima ook een Free Walking Tour doen. Na het ontbijt haastten Roos en ik naar het verzamelpunt in een lokaal biercafé waar we een biertje aangeboden kregen (waarom ook niet?). Vanuit daar vertrokken we gezamenlijk met het openbaar vervoer naar het oude centrum van Lima. Zoals vrijwel elke stad in Peru, zo zou later blijken, is het centrale plein van Lima de Plaza des Armas waar de wandeltour begon. Vanuit daar zagen we verschillende oude straten en gebouwen van Lima, dronken we koffie bij een authentieke koffiemaker en proefden de landelijke lokale drank Pisco (eens een keer geen anijsdrank!). De wandeltour was goed, maar kon niet tippen aan de tour die we in Medellin hebben gehad. Na de wandeling namen Roos en ik een (overvolle) bus retour naar onze wijk. Omdat het weer eens tijd werd, gingen we een stuk hardlopen. Via de hoge rotskustlijn het Parque Amor liepen we zuidwaarts naar Barranco en vervolgens via het strand weer terug. In de vroege avond namen we een Uber naar het busstation waar we een bus naar het noordelijk gelegen Andesstadje Huaraz namen. De bus zou de hele nacht doorrijden dus probeerden we een beetje slaap te pakken. Les van de dag: lange afstandsbussen zijn behoorlijk comfortabel in Peru.
Woensdag 30 augustus
Om kwart voor zeven arriveerde de bus in Huaraz. Dit stadje ligt ruim 3000 meter hoger dan Lima, dus dat was even wennen. Wennen in temperatuur, want in de ochtend was het stervenskoud en wennen in zuurstof, want na een paar trappen was het duidelijk dat we voor de eerste keer in onze reis op een serieuze hoogte waren aangekomen. Na een rondje gelopen te hebben door het stadje vonden we een hostel waar we ook nog eens direct aan konden schuiven voor het ontbijt. De rest van de dag besteedden we aan het verkennen van het stadje en op zoek te gaan naar activiteiten voor de volgende dagen. Om een onduidelijke reden was de stad in trek bij Israëli, want ons hostel zat er vol mee en aan de vele Hebreeuwse borden in de stad te zien was ons hostel niet de enige. Een paar Israëliërs die ik zelf gesproken had konden we het eigenlijk ook niet uitleggen waarom. In de avond aten we bij (blijkbaar) een typisch Peruaans tentje: een polleteria. Kenners van de Spaanse taal snappen dat dit een kiprestaurant is. De keuze van het menu bestond dan ook uit een kwart kip, een halve kip of een hele kip, met friet. De locals aten alsof het een lieve lust was. Ik denk trouwens dat het inderdaad een lieve lust was voor ze gezien het figuur van de meesten. Les van de dag: de lokale bevolking kauwt hier de hele dag cocabladeren. Europeanen denken dan snel aan de drugs, maar het kauwen van de bladeren is onschuldig en net zo normaal als het kauwen van kauwgom.
Donderdag 31 augustus
In de ochtend checkten we eerst onze privékamer uit, om deze later op de dag weer in te wisselen voor een dorm. De vorige dag hadden Roos en ik een tour geboekt naar de nabijgelegen Pastoruri gletsjer. Onderweg stopte de bus nog bij het “Seven Colors Lake”, wat een behoorlijke aanfluiting was. Het lake leek meer op een halfondergelopen weiland en de zeven kleuren moet ik nog steeds ontdekken. De stop bij metershoge cactuspalmen maakte meer indruk. Uiteindelijk kwamen we aan bij de voet van de Cordillera Blanca bergketen. (O.a. bekend van de Paramount Pictures berg!) Daar aangekomen maakten we een hike van twee uur naar de gletsjer en weer terug. Een luchtfoto bij de ingang gaf met stippellijntjes het treurige resultaat weer van een terugtrekkende gletsjer als gevolg van de opwarming van de aarde. (Fabeltje van de Chinezen, nietwaar meneer Trump?) De gletsjer was indrukwekkend, maar nog meer indruk maakte de kleurige gesteentes in de omgeving. Het was de tweede keer in mijn leven dat ik zelfstandig een hoogte van meer dan 5000 meter bereikte, iets wat je zeker kunt voelen aan je lichaam vanwege het lage zuurstofniveau. In de avond zochten Roos en ik verder uit wat we de volgende dag gingen doen. Vanwege de bergachtige omgeving van Huaraz en het feit dat de hike vandaag nogal kort was besloten we er nog een hike aan te plakken. De keuze van het hostel viel toch een beetje tegen. Na wat meer ervaring te hebben gehad in het hostel kwamen we tot de conclusie dat het hostel in de categorie “smerig, slecht georganiseerd en koud douchen” viel. Les van de dag: voor onze reis hadden Roos en ik stickers meegekregen van vriendinnen om onze persoonlijke wereldwonderen te markeren. Hoewel we al heel veel wonderen zijn tegengekomen raken de stickers niet op, want in de meeste gevallen zou het 1) niet makkelijk te plakken zijn (stickers plakken nu eenmaal slecht op gletsjers en watervallen) en 2) milieuvervuiling zijn. 🙂
Vrijdag 1 september
Vandaag stonden we weer eens heel vroeg op: om vier uur ging de wekker. Huaraz mag dan midden in een hikerswalhalla liggen, om ergens te komen moet je nog steeds wat bergen en valleien door wat nu eenmaal wat tijd kost. Om vijf uur werden we opgepikt met een busje vol met andere hikers en werden naar een plek gebracht waar we konden ontbijten. Na het ontbijt passeerden we eerst nog twee geweldig groen-blauwe meren en daarna werden we afgezet in het Huascarán National Park en werd de weg gewezen naar onze bestemming: Lake 69. Disclaimer: in deze regio zijn alle meren genummerd en dit is toevallig het 69-ste meer, geen rare dingen denken dus. In een wandeling van zeven kilometer stegen we 700 meter door een prachtig landschap omringd door besneeuwde bergen, waaronder de hoogste berg van Peru: de Huascarán met meer dan 6700 meter. De eindbestemming, het meer zelf, was knalblauw en dat werd door de aanwezige zon alleen maar versterkt. Na een tijdje gechilled te hebben bij het meer liepen Roos en ik dezelfde weg weer terug. Het busje bracht ons terug naar het hostel waar we al uitgecheckt waren en dus geen kamer meer hadden. Met al onze spullen in de gezamenlijke ruimte pakten we onze tassen ongelooflijk onhandig in en fristen we onszelf op. In de vroege avond pakten we weer een nachtbus met bestemming Lima. Les van de dag: de hostelmanager was enthousiast over de mogelijkheden om te skiën in Huaraz: lange pistes, perfecte sneeuw, lekker stijl. Enig “probleempje”: geen skiliften. Voor iedere afdaling moet je dus met je uitrusting omhoog lopen…
Zaterdag 2 september
Vroeg in de ochtend kwamen Roos en ik weer aan in Lima. Een belangrijke reden om nog even in Lima te stoppen was het oppikken van mijn nieuwe telefoon die naar het vorige hostel in Lima was gestuurd. Op het busstation checkte ik snel via de wifi verbinding of er al een melding was gekomen van het hostel dat mijn pakketje was gearriveerd. Helaas werd deze vraag negatief beantwoord. Roos en ik besloten dat we verder geen belang hadden om langer in Lima te blijven en boekten voor een uur later bij een andere (blijkbaar nog luxere) busmaatschappij een rit naar de stad Ica. In een uurtje of vijf arriveerden we in Ica, dat midden in de woestijn ligt. De temperatuur was (gelukkig) dus ook even anders dan in Huaraz. Ons eerste plan was om een hotel te zoeken in Ica en de volgende dag naar het nabijgelegen oasedorpje Huacachina te gaan. Maar na een stuk of zeven hotels in Ica afgewezen te hebben kwamen Roos en ik tot de conclusie dat Ica helemaal geen leuke bestemming was om nog te blijven. Het stadje oogde nogal outdated en had weinig highlights. Dus pakten we een tuktuk (met al onze bagage, ging net) direct door naar Huacachina. Huacachina is een oase zoals je hem in een tekenfilm voorstelt: een meertje omring door palmbomen met daarom alleen maar zand, zand, zand. Na een (wel) leuk hotel te hebben gevonden aten Roos en ik in de avond bij een leuk restaurant waar we een vriendschap voor het leven sloten met de gezellige ober. Les van de dag: Peruanen snappen niets van mijn achternaam. Vaak wordt het Chris Van, soms Chris Baal en soms iets willekeurigs waar ik me afvraag waar ze het vandaan halen.
Zondag 3 september
Na het ontbijt besloten Roos en ik een van de omringende zandduinen te gaan bedwingen. Stapje voor stapje liepen we omhoog door het mulle zand, onze schoenen vullend met kilos van het gele goedje. Op de top van een duin aangekomen had je een geweldig overzicht over de oase aan de ene kant en de stad Ica aan de andere zijde. Meer richting het westen was er alleen maar zand, enorme bergen zand. Vanaf de top renden en sprongen Roos en ik in een fractie van de tijd die we nodig hadden om omhoog te komen weer naar beneden, de rest van onze kleding vullend met nog meer kilo’s zand. In de middag boekten Roos en ik een sandbuggy en sandboarding tour. Met een voertuig wat niet zou misstaan in een Mad Max film reden we de zandwoestijn in. De buggy brulde en bulderde terwijl we onmogelijke hellingen namen. Bij een top aangekomen nam iedereen een sandboard (een soort dikke snowboard) en zoefde in liggende houding naar beneden. Met veel plezier stoven we omlaag terwijl het zand in onze gezichten waaide. Dit herhaalde we totdat we te moe waren om steeds de heuvel weer op te lopen. Op een zandduin keken we naar de ondergaande zon die de gele zandduinen een sprookjesachtige gloed gaf. Daarna werd, om onduidelijke redenen, onze chauffeur gewisseld voor een type met meer pit. Waar we eerst dachten op de heenweg al een ruige rit gehad te hebben, wist de nieuwe chauffeur ons te overtuigen dat het eerste ritje voor mietjes was. De chauffeur gaf de buggy flink de sporen en haalde bijna onmogelijke capriolen uit. Horizontaal, verticaal, idioot snel, de buggy leek alle natuurwetten te tarten. Het was enorm veel fun, maar tegelijkertijd ook een beetje beangstigend. Na dit ritje arriveerden we wonder boven wonder ongedeerd en met iedereen nog aan boord terug in Huacachina. Les van de dag: aan veiligheid hebben ze blijkbaar een broertje dood in Peru, dus op de stoelriemen hoefden we ook niet echt te vertrouwen; jezelf vasthouden aan het frame van de buggy was een betere optie.
Maandag 4 september
Rond het middaguur checkten Roos en ik uit in het hotel en pakten weer een tuktuk terug naar Ica. Daar boekten we meteen een busticket om door te gaan naar de volgende stad en lieten onze bagage achter op het busstation. Voor de prijs waar je in Nederland nog geen biertje voor kunt bestellen aten Roos en ik bij een lokaal tentje. Bonus hierbij is wel TL-“sfeerverlichting” en soepslurpende locals om je heen. Na het eten pakten we de bus die blijkbaar nog luxer was dan we vooraf dachten want tijdens de rit kregen we… nog een keer avondeten. Busmaatschappijen in Peru houden een soort wedloop waarbij de service vaker lijkt op de businessclass van een vliegtuig. De bus reed de hele nacht door onderweg naar de volgende bestemming: de stad Arequipa. Les van de dag: Nederlanders als we zijn weigeren we te betalen om geld op te nemen. Dat levert soms een paar kilometer detour door de stad op met als beste optie: de BCP bank.
Dinsdag 5 september
Vlak na zonsopkomst arriveerde onze bus in de busterminal van Arequipa. Vanuit daar namen we een Uber naar een hostel die we vooraf bekeken hadden op internet. Het hostel bleek meteen een perfecte keuze dus boekten we twee bedden. Het verschil met het vorige hostel was enorm en door de gezellige sfeer met leuke mede-hostelgenoten voelden we ons meteen thuis. Ondertussen begon er iets aan me te knagen waarom mijn telefoon nog steeds niet gearriveerd was in Lima. De trackstatus van DHL was al bijna een week niet aangepast en na een navraag bij DHL via mijn vriend Jeroen die het in Nederland opgestuurd had werd mijn vermoeden bevestigd: het pakketje was vermist en DHL kon me er voorlopig niet mee verder helpen. Wat een enorme domper. In de afgelopen dagen met alleen een brakke reservetelefoon merkte ik hoe vaak ik eigenlijk mijn telefoon gebruikte. Veel voor navigeren door de stad en tijdens wandeltochten en natuurlijk om wie-wat-waar op te zoeken op nieuwe locaties. Voorlopig zat er niets anders op dan te wachten en hopen op goed nieuws van DHL. In de middag wilden Roos en ik Arequipa verder verkennen en hoe kan dat nou beter dan met een free walking tour. In een paar uur leidde onze gids ons door de stad en liet van alles zien: van oude kerken tot een alpacawolweverij. In de avond kookten we weer eens zelf in het hostel en spendeerden de avond met andere leuke hostelgenoten. Les van de dag: in ons hostel kon je korting krijgen als je de hostelhond Kaila dagelijks ging uitlaten. (Hi there Claire and Amelia!)
Woensdag 6 september
Vandaag deden we rustig aan. Roos en ik bekeken nog een stuk van het oude centrum waar we nog niet geweest waren met de walking tour. Aan het einde kwamen we terecht op de Mercado San Camilo; een enorme overdekte markt waar locals in tientallen (honderden) kraampjes hun koopwaar verkochten. Fruit, granen, koeientongen, koeienharten, koeienmagen, koeienkoppen (!), het was er allemaal te koop en werd, zonder gehinderd te worden door allemaal lastige hygiëneregels, in de kraampjes uitgestald. Roos en namen nog een local busje richting het busstation om daar alvast een busticket te kopen naar onze volgende bestemming omdat we hadden gehoord dat deze bussen snel vol zaten. Hoewel Arequipa overdag relatief warm was, was het in de avond tijd voor lange broek en trui. Een kledingkeuze die op heel veel plekken in Peru van toepassing was. Om ons dieet gezond te houden en omdat er overal geweldige avocado’s te koop waren voor weinig geld bestond ons avondeten uit brood met guacemole. Les van de dag: Inca Cola is hier de lokale variant van Coca Cola. En vraag me niet waarom het zo populair is want het ziet er uit als fluoriserend koelwater uit een kerncentrale, en zo smaakt het trouwens ook.
Donderdag 7 september
Roos en ik checkten uit bij het hostel en namen op de busterminal onze bus richting het dorpje Cabanaconde. Deze buslijn was duidelijk van een minder luxe variant. De bus rammelde en piepte van alle kanten en de locals die in de bus zaten hadden blijkbaar nog nooit van het concept “douchen” gehoord. In een uurtje of zeven veranderde het landschap tot grote dorre kale vlaktes waar zo nu en dan groepjes alpaca’s stonden te grazen. Onderweg passeerden we weer eens de 5000 meter grens wat te merken was aan de temperatuur in de bus (verwarming in de bus? nee joh!). Tijdens de rit begon het te sneeuwen wat bij het afdalen naar Cabanaconde met een hoogte van krap 3300 meter omsloeg tot regen. In de regen haastten we ons richting het hostel Pachamama (vertaald: Moeder Aarde) dat ons was aangeraden door anderen in Arequipa. Gelukkig wisten we één van de laatste bedden te bemachtigen. In de druilerige namiddag bekeken we heel kort het dorpje en in de avond warmden we ons op bij de pizzaoven die aanwezig was in het hostel en aten samen met een Duits stel dat we hadden leren kennen op het hostel. Les van de dag: alpaca’s zien eruit alsof ze hun vacht hebben laten stylen door de kapper van Bob Ross.
Vrijdag 8 september
Canabaconde ligt aan de Colca Canyon: een enorme kloof die op sommige plekken twee keer zo diep is als de Grand Canyon. Vroeg in de ochtend trokken Roos en ik er op uit om de kloof in te gaan. Bij de rand van de kloof aangekomen kwamen we de eerste mensen tegen die de tegengestelde richting al hadden gelopen. In eindeloos veel zigzagbochtjes daalden we ruim 1000 meter omlaag de canyon in. Onderin de kloof ligt de Colca rivier met daaraan het dorpje Oasis de Sangalle. Het dorpje zelf was niet echt speciaal dus na een korte pauze zette Roos en ik de weg naar boven weer in. Onderweg kwamen we Bart en Gerlind tegen, een Belgisch koppel dat we kenden uit het hostel en dezelfde weg aan het volgen waren. De kloof omhoog was duidelijk een stuk pittiger dan omlaag, maar was gelukkig wel goed te doen. Daardoor hadden we nog voldoende energie over om een paar extra kilometers te maken naar de uitkijkpunten Mirador Achachihua en Mirador de San Miguel. In de avond maakten we niet alleen gebruik van de warmte van de pizzaoven, maar beloonden we onszelf met pizza samen met onze Belgische en Duitse vrienden die we in het hostel gemaakt hadden. Les van de dag: Cabanaconde is een soort gratis tijdmachine. Als je honderd jaar terug de tijd in wilt hoef je slechts een rondje door het dorp te lopen.
Zaterdag 9 september
De Colca Canyon staat niet alleen bekend om steile rotswanden, maar ook om haar fauna: het is de habitat van de Andescondor. Om zeven uur ’s ochtends namen Roos en ik een lokale bus naar de nabijgelegen “Cruz del Condor”, een uitkijkpunt waar in de ochtend vele condors uitvliegen. Samen met de Belgen nog een berg andere toeristen bewonderden we de enorme vogels die een spanwijdte tot ruim drie meter kunnen bereiken. Na een uurtje foto’s geknipt te hebben, waarvan de meesten slechts bestaan uit blauwe lucht of een wazig stukje condor, namen we weer een bus die ons terug bracht naar Arequipa. Onderweg besloot de vulkaan Hualca uit te barsten en ons zo te trakteren op een schouwspel van rook en as. De bus had behalve het ontbreken van persoonlijke hygiëne van de lokale inzittenden nog een gebrek: een falende motor. Zo’n acht keer stonden we stil waarbij de chauffeur en zijn hulpje de motorklep opentrokken en met veel pijn en moeite het ding weer draaiend kregen. Bij elke poging baden we tot Pachamama dat de oude rammelbak ons op tijd terug naar Arequipa kon brengen. Uiteindelijk lukte dat en terug op het hostel aangekomen aten Roos en ik snel een maaltje. Daarna regelden we een (gelukkig comfortabelere) nachtbus die ons de volgende ochtend naar Cusco zou brengen. Verbazend hoe goed dat altijd gaat om last-minute nog een bus te regelen. Les van de dag: iedere buschauffeur in Peru heeft tevens een opleiding motortechniek gehad. Gelukkig maar.
Overnachtingen
- Eurobackpackers Hostel, Lima
- Movil Tours bus, Huaraz
- Andescamp Hostel, Huaraz
- Movil Tours bus, Lima
- Sunset Hotel, Huacachina
- Nachtbus Cruz del Sur, Arequipa
- Arequipay Backpackers Downtown Hostel, Arequipa
- Pachamama, Cabanaconde
Afstanden
- Bogotá – Lima: 1894 km
- Lima – Huaraz – Lima: 804 km
- Lima – Ica: 290 km
- Ica – Arequipa: 726 km
- Arequipa – Cabanaconde – Arequipa: 430 km
Subtotaal: 4144 km
Totaal: 54320 km