San Pedro de Atacama, Valparaíso, Pucón, Puerto Varas, Puerto Montt, Puerto Natales, El Chaltén, El Calafate
Maandag 16 oktober
San Pedro de Atacama ligt midden in de Atacama woestijn, de droogste woestijn ter wereld. Het is een stuk lager gelegen dan Uyuni, dus de temperatuur is een stuk hoger. Het was dus weer tijd voor korte broek en slippers. Ook voor Chili maakten Roos en ik pas een plan toen we in het land gearriveerd waren omdat je dichter bij het vuur nu eenmaal betere informatie krijgt, voornamelijk van locals en medereizigers die de andere kant op reizen. Roos en ik deden dus ons huiswerk en verkenden het dorpje. Cyril en Theresa besloten in de middag de Valle de la Luna te bezoeken. (Klopt, niet alleen in La Paz had je een maanvallei) Roos en ik gingen weer eens een eindje hardlopen (had ik al gezegd dat we in de droogste woestijn op aarde zaten?) In de avond kookten Roos en ik een maaltje voor ons vieren. Dit keer met minimale middelen want de keuken van het hostel was bijzonder karig uitgevoerd (stromend water in de keuken is overrated). Voor de nacht hadden Roos en ik een stargazing tour gepland. Omdat de Atacama woestijn droog (al bekend?) en nogal verlaten is, is het namelijk de ideale plek om sterren te kijken. Helaas bleek om middernacht, toen we bij het stargazing-kantoortje aankwamen, dat de tour gecancelled werd vanwege bewolking. Les van de dag: wat ze in Atacama een bewolkte nacht noemen, heet in Nederland een super heldere sterrenhemel. Wij konden nog steeds meer sterren zien dan we de afgelopen tijd ooit gezien hadden.
Dinsdag 17 oktober
In de ochtend vijzelde Cyril, Theresa, Roos en ik onze ping-pong skills wat op. Omdat internet op het hotel van dezelfde kwaliteit was als het keukengerei besloten Roos en ik onze internetactiviteiten elders in een lokaal cafétje voort te zetten. In de middag kozen we ervoor om ook naar de Valle de la Luna te gaan. Een busje zette ons af bij de eerste stop: een grot. Normaal niet mijn favoriete onderdeel, maar Cyril en Theresa hadden me al bevestigd dat het maar een klein stukje kruipen zou zijn. Hierna vervolgden we onze weg naar verschillende uitkijkpunten. Hier zagen we de grote rotsformaties waar de vallei zijn naam aan te danken had. Roos schoot weer honderduit plaatjes en alle aanwezige bezoekers vergaapten zich aan al dit natuurschoon. Als toetje eindigde de tour bij de Valle Coyote waar we de zon zagen zakken en deze alle stenen langzaamaan rood liet verkleuren tot de schaduwen alles hadden verzwolgen. Omdat het onze laatste gezamenlijk avond zou zijn gingen Cyril, Theresa , Roos en ik samen uit eten. Na het eten speelden we een toernooitje ping-pong en proostten met Chileense wijn op onze mooie tijd samen. Om middernacht deden Roos en ik nieuwe poging voor het stargazing. Dit keer ging het gelukkig wel door en met een busje werden we naar een plek buiten het dorp gebracht, ver van alle verlichting. Bij het huis van de lokale astronoom kregen we eerst uitleg over oriëntatie van de sterren en de sterrenbeelden die we konden zien. Na een pauze met hapjes en drankjes konden we door de vijf aanwezige telescopen turen en zagen hier de sterren, clusters en verre sterrenstelsels. De astronomisch grote getallen voor leeftijd en afstand van ons heelal doen je beseffen dat zelfs een reis over de wereld op universumschaal niets, maar dan ook echt niets voorstelt. Les van de dag: Chilenen zijn duidelijk (net als de Bolivianen) nog nooit op de maan geweest. (Amerikanen wel?) Want de rotsformaties hadden toch hele andere vormen dan de plaatjes van de NASA laten zien.
Woensdag 18 oktober
In de ochtend liet internet het weer eens afweten zodat Roos en ik wederom en cafétje opzochten om wat uitzoekwerk te doen. Nadat we wat hostels op de kaart geprikt hadden in de volgende stad waren we klaar om op pad te gaan. We namen afscheid van Cyril en Theresa en pakten op het busstation de bus naar de volgende bestemming. Omdat Chili nogal een langwerpig land is, moesten we ons hiervoor wel even een kleine 1600 kilometer verplaatsen. Vliegen was plannings- en prijstechnisch geen slimme keuze, dus voor de volgende 24 uur hadden Roos en ik een busstoel onder onze bips. De rit volgde gestaag en we vulden onze tijd met lezen, kletsen, slapen en van het uitzicht genieten. Les van de dag: ik ben nog bezig met de formule, maar er bestaat een correlatie tussen temperatuur en internetkwaliteit. Waarbij extreem hoog en extreem laag een negatief effect heeft op de kwaliteit van het signaal.
Donderdag 19 oktober
Een van dingen die me reuze meevallen tijdens deze reis is wel het vervoer per bus. En dan bedoel ik met name langeafstandsbussen. Zowel Roos als ik hebben er nauwelijks moeite mee om lang in een bus te gaan zitten. Op je stoel, broodjes mee, uit het raam turen, ik vind het allemaal prima. Bij aankomst in de stad Valparaíso voelde de aankomst dan ook bijna als het verstoren van mijn rust. Gelukkig nodigde het lekkere weer en de uitstraling van de stad toch uit om meteen op pad te gaan. Met onze backpacks op de rug trotseerden Roos en ik de heuvels van de Cerro (soort van heuvel-wijk) waar we op zoek gingen naar een hostel. Op goed geluk kwamen we aan bij hostel Po en dat bleek meteen een schot in de roos te zijn. Dit hostel combineerde alle goede factoren die we in de afgelopen tijd elders gezien hadden en deed daar nog een schepje bovenop. Goede keuken, heerlijke bedden, leuke gezamenlijke ruimte, werkend internet en een fijne behulpzame crew, het was allemaal aanwezig. De rest van de middag gebruikten Roos en ik om (met behulp van de hostel crew) een route te plannen in het Torres del Paine park in Patagonia, later in onze trip. Tegen de avond vonden Roos en ik dat de stad ook geschikt moet zijn voor een stukje hardlopen en zette daad bij woord. Tegen de achtergrond van de Stille Oceaan liepen we langs de kust en zagen zo meer van de stad. Valparaíso had een gezellige uitstraling en overal was street art te vinden. We deden boodschappen in een uitgebreide supermarkt (!) en kookten onze maaltijd in de goed uitgeruste keuken (!) van het hostel. Deze stad beviel me wel. Les van de dag: honden hebben in Valparaíso de neiging om auto’s aan te vallen. Geen idee waarom. (Om de Joker uit Batman te quoten: “I’m like a dog chasing cars, I wouldn’t know what to do if I caught one, you know, I just do…things.”)
Vrijdag 20 oktober
In de ochtend sloten Roos en ik ons aan voor de Graffiti Walking Tour. Valparaíso is beroemd voor zijn muurschilderingen en onze wijk in het bijzonder zat er vol mee. Onze Chileens-New Yorkse gids nam ons mee door de wijk, gaf uitleg over de verschillende artiesten en technieken en liet ons letterlijk honderden pieces zien. De hoeveelheid en kwaliteit van de street art overweldigde me. Ik heb werkelijk waar nog nooit zoveel goede werken bij elkaar gezien. Ik kwam tijd tekort, dus knipte ik honderden foto’s om later alles nog eens goed te kunnen bekijken. Na twee uur door de authentieke en hippe straatjes van Valparaíso gewandeld te hebben met onze gids, konden Roos en ik er nog geen genoeg van krijgen. We liepen zelf door de onontdekte straatjes van de stad en zagen zo nog meer muurkunst. In de avond hadden we besloten om met een man of tien van het hostel samen te gaan uiteten. Op het menu stond: Chorrillana, een enorme schaal met friet en stukjes biefstuk, gemengd met uien, ei en kaas. Een soort van kapsalon, maar dan zonder de sla, zeg maar. Na het eten was nog niemand er aan toe om terug te keren naar het hostel. Dus besloten we de avond te verlengen op de Calle Ecuador, de stapstraat van Valparaíso. En in Chili ben je past echt op stap geweest als je Terremoto hebt gedronken. Een mierzoet drankje met ananasijs wat vrij vertaald “aardbeving” betekent; vrij cru voor een land dat regelmatig lijdt aan de gevolgen van dit natuurverschijnsel. Na een leuke avond met hostelgenoten en wat nieuwsgierige locals keerden we in de kleine uurtjes weer terug naar het hostel. Les van de dag: het equivalent van een döner eten na het stappen is in Chili een empanada met maïs.
Zaterdag 21 oktober
Hoewel Roos en ik tijdens deze reis een hekel hebben gekregen aan vooruit plannen, moesten we vandaag toch eens gaan zitten om de eerstvolgende vliegreis uit te stippelen. Ook al duurde het nog een maand voordat we van continent zouden gaan wisselen, was het wel verstandig om nu alvast tickets te regelen in verband met stijgende prijzen. En waar we normaal een half uur vooraf op een busstation verschenen en een willekeurig busbedrijf zochten, liep dat in Chili toch ook wat anders. In dit land stegen de prijzen ook naarmate de vertrekdatum nadert en raken bussen regelmatig uitverkocht. Dus regelden we al een ticket naar de volgende stad voor de volgende dag op de busterminal van Valparaíso, gecombineerd met een flinke wandeling door de stad. Tijdens deze wandeling zagen we meer van Valparaíso. De zeeleeuwen in de haven. De liftjes die wandelaars naar de hoger gelegen Cerro’s van de stad brachten. En natuurlijk street art, heel veel meer street art. In de avond hadden we weer eens zin in suhsi en in onze wijk bleek een uitstekende tent te zitten: Sushi Mori. Les van de dag: later zou blijken dat vooruit plannen inderdaad niks voor ons is, want de toen geboekte vlucht hebben we zelfs nog aangepast.
Zondag 22 oktober
Omdat Valparaíso zo mooi aan zee ligt en omdat Roos en ik vonden dat we wel een beetje actief moesten blijven gingen we in de ochtend er weer op uit om een flink stuk te gaan hardlopen. Dit keer aan de westzijde van de baai waar de stad aan gelegen is. Hier was het minder druk met de bebouwing van de stad, maar vonden we juist rotsen en hoge kliffen die over de Pacific uitkeken. De rest van de dag besteedden we aan datgene waar de stad zo’n goede vibe voor heeft: chillen. In de late middag liepen we via een oldtimer Volkswagen expositie (oude Volkswagens heb je nog in overvloed in Chili) onze laatste meters in deze geweldige stad. In de avond namen we een Uber naar het busstation en begonnen aan een nachtritje naar de volgende stad. Twaalf uur buszitten was voor ons inmiddels routine geworden. Les van de dag: in de middag leek de stad wel onder beleg te zijn. Maar het bleek een legermacht te zijn die de fans van de derby Valparaíso-Santiago in toom moesten houden.
Maandag 23 oktober
In de ochtend kwam onze bus aan in Pucón. Pucón ligt loodrecht gezien zo’n 500 kilometer zuidelijker dan Valparaíso (alles in Chili ligt Noord of Zuid, Oost en West bestaan niet echt in dit langgerekte land) en is tegen de Andes aan gelegen. Het klimaat is een stuk koeler dan onze vorige bestemming en het dorp heeft dan ook een beetje de uitstraling van een skioord. Dit wordt onderstreept door de vele outdoorwinkeltjes die er te vinden zijn. Roos en ik checkten in bij het Chili Kiwi Lakeside Hostel, een hostel dat onlangs de prijs voor beste hostel in Zuid Amerika had gewonnen. Hoewel het een enorm chill hostel was, waren wij van mening dat het vorige hostel deze prijs ook had kunnen krijgen. In het hostel zaten Steven, Alicia, Anya en Eike, het Nederlands-Duits-Russische gezelschap die we kenden uit Valparaíso. In de avond bereidden Roos en ik lasagne voor ons allemaal, die door de Valparaíso –vrienden werd beoordeeld als beste lasagne van Zuid Amerika. Les van de dag: door de hostelgasten is vandaag waarschijnlijk ook het record simultaankoken in één keuken verbroken. Jammer dat de mannen van Guinness niet aanwezig waren.
Dinsdag 24 oktober
Eén van de highlights in de omgeving van Pucón is het beklimmen van de Villarica vulkaan. Deze klim stond eigenlijk vandaag voor ons op het programma, maar vanwege bewolking werd deze gecancelled. Dus besloten Steven, Alicia, Anya, Eike, Roos en ik het over een andere boeg te gooien en het Huerquehue (onuitspeekbare naam) National Park te bezoeken. In minder dan een uur bracht een lokaal busje ons naar het begin van het park. Daar begon onze trail van zo’n twaalf kilometer met ruim 500 hoogtemeters. We liepen door bossen, langs beekjes, meren en passeerden verbazend snel de sneeuwgrens. Dat laatste zorgde overigens wel voor een glibberig en zompig pad zodat we met modderkleurige schoenen weer huiswaarts keerden. Bij de ingang van het park moesten we helaas nog even een uur in de kou wachten voordat het busje ons weer oppikte. In de avond beloonden we onszelf met een hamburger en kregen we groen licht om de volgende dag de Villarica vulkaan te beklimmen. Les van de dag: ik weet waar Bob Ross zijn inspiratie heeft opgedaan voor zijn schilderijen: Huerquehue. Ik heb daar al zijn happy little tree friends gezien in de kleuren Phthalo Green tot Van Dyke Brown.
Woensdag 25 oktober
Vandaag waren we weer vroeg uit de veren, want eerst wisselden Roos en ik nog even snel van kamer. Wij houden niet van vooraf reserveren, met als gevolg dat er enkel nog voor de komende nacht een drie vierkante meter kamer met een stapelbed beschikbaar was. Om half zeven arriveerden onze gidsen bij het hostel om te beginnen met de voorbereiding voor het beklimmen van de Villarica vulkaan. Als eerste werd alle uitrusting gepast en gepakt. Vanaf het hostel reden we met een busje naar de voet van de vulkaan. Steven, Alicia, Anya, Eike, Roos en ik waren er allemaal weer bij om deze ervaring samen te beleven. Vanaf de basis van de vulkaan liepen we alleen nog maar door de sneeuw. De Villarica ligt op ruim 2800 meter boven zeeniveau, waarvan wij 1600 meter zelfstandig omhoog zouden lopen tot aan de top. Toen ik het enorme witte gevaarte voor me zag kreeg ik even een Huayna Potosi flashback, maar met minder dan helft in absolute hoogte had ik een gevoel dat deze berg me minder kracht zou kosten. Het weer was goed, zeker vanaf het moment dat we de wolkengrens passeerden en alleen nog maar in de volle zon liepen. Na een poosje bonden we onze crampons (die haken aan je schoenen) onder en stapten omhoog naar de geleidelijk steiler wordende top. Onze ijsbijl hadden we vooral voor de chique, want heel technisch was de klim niet. Na een uurtje of drie te hebben geklommen kwamen we aan bij de krater. Een typisch ronde pijp zoals je hem ook uit een Hollywood film zou kunnen zien. Omdat de Villarica nog behoorlijk actief is en er grote zwavelwolken uit de krater komen, gingen vanaf dat moment onze gasmaskers weer op. Het zicht op de krater was machtig en het was voor het eerst in mijn leven dat ik echt lava kon zien, al was deze minder Hollywood-achtig. Geen grote kolkende massa gloeiende steensoep, maar dunne rood-oplichtende strepen op de bodem van de krater. Maargoed, lava is lava. De tocht naar beneden bestond uit lopen en… sleetje glijden! Met een plastic pannenkoekslee gleden we over de steilere stukken van de hellingen omlaag. Het geluid van een groep giechelende volwassenen die naar beneden glijden bevestigde weer eens dat ouder worden niet automatisch betekend dat je je kinderlijke enthousiasme hoeft te verliezen. Na de terugkeer op het hostel concludeerden Roos en ik dat de beklimming van de Villarica een eitje was, vergeleken met onze vorige keer dat we crampons aanhadden. In de avond namen we afscheid van Steven en Anya die weer terug naar Valparaíso zouden gaan. Met Eike en Alicia chillden we nog een beetje voor onze laatste avond in Pucón. Les van de dag: hoewel de klim door sommigen als zwaar werd beschouwd was het zwaarste voor mij nog wel het trage lopen en het vele stilstaan in de kou op de bergwanden. (My mind be like: “loop ff door”)
Donderdag 26 oktober
Omdat de busreis naar de volgende stad, Puerto Varas, slechts vijf uur was, was het niet mogelijk om hiervoor een nachtbus te nemen. Roos en ik gebruikten een groot deel van de dag dus om in de volgende plaats te komen. Het landschap veranderde langzaam naar lichte heuvels en leek soms veel op Nederland, maar dan minder ontwikkeld. Een soort België dus. Puerto Varas ligt weer een stukje zuidelijker dan Pucón en heeft eveneens de uitstraling van een gezellig skioordje. Na een hostel te hebben gevonden gebruikten Roos en ik onze tijd om verdere plannen te maken voor Chili. Les van de dag: de uitstraling van een skioord werd enorm versterkt door alle Duitse naambordjes op winkels en huizen. (Wat fact-check: het zijn geen nazaten van gevluchte Nazi’s, maar voornamelijk van kolonisten als gevolg van de Duitse Revolutie in 1848.)
Vrijdag 27 oktober
In de ochtend namen Roos en ik een local bus richting de Saltos del Petrohue. Deze watervallen met een bijzonder blauwe kleur zijn één van de belangrijke attracties in de omgeving van Puerto Varas. Vanaf de watervallen kregen we een lift van een aardig Venezolaans stel naar het plaatsje Petrohue. Hier was eigenlijk maar weinig te beleven zodat we na een kopje koffie weer terug naar Puerto Varas keerden. Roos en ik bekeken onze mogelijkheden en besloten dat we het beste een stuk zuidelijker richting Patagonië zouden kunnen gaan. Hiervoor moesten we naar de volgende grote stad Puerto Montt, die als hub voor de regio diende. Deze stad was slechts een busrit van een half uurtje van Puerto Varas verwijderd. In Puerto Montt aangekomen leken we toch opeens in een ander land te zijn gearriveerd. De schattige vakwerkhuisjes die we gewend waren in Puerto Varas werden in Puerto Montt vervangen door spaanplaathuizen met schimmelvlekken. Nette winkels en bedrijven waren hier verruild voor verlaten panden met ingegooide ruiten. Puerto Montt was een shithole en wij moesten nog een hotel zien te vinden. Na een stuk of wat hotels afgewezen te hebben om diverse redenen was daar opeens Corina. Deze hoteleigenaresse van het gelijknamige hotel was blijkbaar het enige lichte puntje in de donkere brij die Puerto Montt heet. Corina moet ook vast van Duitse afkomst zijn geweest, want de keurige inrichting, het houten interieur en de gehaakte gordijntjes gaven direct het gevoel of ik bij mijn Duitse tante op bezoek was. Les van de dag: eigenlijk heb je in Puerto Montt maar heel weinig hotels, maar zijn het vooral hospedaje’s; hotels bij de mensen aan huis. En dat varieerde dus van Corina tot een oude man die aan zijn edele delen stond te krabben toen we vroegen of er nog plek was. (No gracias!)
Zaterdag 28 oktober
In de ochtend schoven we aan bij het ontbijt van Corina. In haar ochtendjas serveerde ze yoghurt en broodjes en kwebbelde in haar taal, die ik steeds beter begon te begrijpen. Vanaf Corina liepen Roos en ik naar het busstation. Vanaf daar zouden we onze langste busreis van de hele trip nemen: we hadden namelijk nog 32 uur en bijna 2200 kilometer voor de boeg. Eerste (en niet eens eind-) bestemming: Punta Arenas, de meest zuidelijke stad van Chili, gelegen tussen de fjorden van Zuid-Patagonië. Roos en ik namen plaats in de bus en vulden de dag met foto’s uitzoeken op de laptop, lezen, kletsen, naar buiten kijken en slapen. Na een aantal uur staken we de grens over met Argentinië en vervolgden het grootste gedeelte van de rit op Argentijns grondgebied. Het uitzicht bestond het grootste gedeelte van de tijd uit onbegroeide vlaktes terwijl het weer verslechterde. Het voelde goed om veilig in de bus te zitten terwijl de regen tegen de voorruit van de bus aan sloeg. Les van de dag: ik vermoed dat je in Argentinië als mislukte politieagent voor straf naar een afgelegen grenspost wordt gebracht en daar je tijd moet slijten als grensambtenaar. (Wat een verschrikkelijk saaie baan.)
Zondag 29 oktober
Vanwege de enorm lange duur van de busrit besteedden Roos en ik ook vandaag het grootste gedeelte in de bus. Stops werden er gedurende de rit eigenlijk niet gemaakt. Er was enkel een eindbestemming (geen tussenbestemmingen), voedsel werd je geacht zelf mee te nemen (drie hongerige Fransen in de bus waren daar niet van op de hoogte en vulden hun dieet dus maar in met chips, gekocht bij de grensovergang) en toiletstops waren niet nodig met een WC aan boord. Ondertussen bleef het onophoudelijk regenen en Roos en ik begonnen ons een beetje zorgen te maken of het weer nog zou verbeteren naarmate onze bestemming naderde. Tot mijn verbazing was de meest logische route geheel oostelijk door Argentinië waardoor ik de zon boven de Atlantische Oceaan heb zien opkomen. Vlak voor arriveren wisselden we weer van land en kregen we een exit-stempel in ons paspoort voor Argentinië en een nieuwe entry-stempel voor Chili. Toen we na 32 uur rijden aankwamen in Punta Arenas was het nog een klein beetje druilerig. Omdat Punta Arenas niet onze eindbestemming was haastten we ons richting een ander busbedrijf om daar de volgende bus, richting de stad Puerto Natales, te pakken. Dat ging bijzonder soepel en omdat we nog geen overnachting hadden geregeld en we geen zin hadden om in de avond in de regen nog op zoek te gaan boekten we last-minute een hotel. Drie uur later arriveerden we in Puerto Natales waar het ook een beetje druilerig was. Bij inchecken in het hotel kregen we een vervelende mededeling: de laatste dagen had het zo veel geregend in de regio dat de het waterzuiveringsbedrijf was overstroomd en de gehele watervoorziening van het dorp stil lag. Geen warme douche voor ons dus. Les van de dag: Het dorp had geen water maar wel Wi-Fi. En gek genoeg stond dat ook zo in mijn persoonlijke Maslov piramide.
Maandag 30 oktober
Direct na het ontbijt gingen Roos en ik op pad naar de remise van het busbedrijf waar we mee verder wilden reizen. Althans, dat dachten we. In werkelijkheid bleek het puntje op de kaart slechts een verkoopkantoor voor bustickets te zijn, wat ook nog eens gesloten was. Na wat rondvragen bleek dat er een busterminal op anderhalve kilometer lopen lag. Daar aangekomen volgde een nieuwe tegenslag: de enige bus van de dag die naar El Calafate, onze volgende bestemming, zou rijden was tien minuten geleden vertrokken. Er zat niets anders op dan een onvoorzien nachtje in Puerto Natales te blijven. Omdat we het vorige hotel toch en beetje vreemd vonden (beetje bejaardensoos vibe) kozen Roos en ik ervoor om een ander hostel te zoeken. We maakten we een rondje door het dorp en deden boodschappen. Flessen water waren overal al uitverkocht en blijkbaar verwachtte de inwoners van Puerto Natalis nog meer schaarste, want iedereen hamsterde de complete supermarkt leeg. Oostblokse oorlogssituaties. Roos en ik hadden het geweldige plan om dan maar een rondje te gaan hardlopen, maar bij nader inzien bleek dit door de afwezigheid van water en dus een douche toch een minder goed idee. We gebruikten de tijd in het dorpje dus maar om ons alvast voor te bereiden op een lange trekking die we anderhalve week later ook vanuit deze plaats zouden gaan maken door wat outdoorwinkels te bezoeken. De gestaakte watervoorziening bleef de hele dag aanhouden, waardoor er ook geen restaurants meer open waren. Ons avondeten was dus wat karig en douchen zat er wederom niet in. Les van de dag: achteraf zou blijken dat de gehele watervoorziening in het dorp in totaal vier dagen zou stilliggen.
Dinsdag 31 oktober
Met de juiste bus op het juiste tijdstip vertrokken Roos en ik in de ochtend dan toch naar El Calafate. Deze stad ligt weer in Argentinië waardoor we Chili weer uitstempelden. Vijf uur later arriveerden we op de busterminal van El Calafate. Maar onze tocht zat er nog steeds niet op. Hoewel we ook plannen hadden gemaakt voor deze stad, wilden we toch graag eerst een paar dagen wat noordelijker doorbrengen in het dorpje El Chaltén. Bij de busterminal regelden we meteen een bus om twee uur later door te kunnen rijden. Er moest wel cash betaald worden en wij waren nog niet voorzien van Argentijnse valuta. Geen probleem voor de aardige ticketverkoper. Zijn collega’s namen het werk even over en in zijn auto maakten we een ritje langs de pinautomaat. Wat een service! Na de laatste bus van onze bus-reeks te hebben genomen werden we drie uur later netjes voor ons hostel afgezet. Omdat Roos en ik van mening waren dat we na vier dagen stilzitten wel wat beweging konden gebruiken gingen we meteen een flink stuk hardlopen. De douche die hierop volgde voelde na dagen afwezigheid dan ook heerlijk. Ons hostel had een leuke uitstraling en een gezellige gezamenlijke ruimte met een restaurant waardoor we besloten om die avond daar ons diner te nuttigen. Les van de dag: met een inflatie van ruim twintig procent was het verstandig om ruim een jaar bewaard Argentijns cashgeld zo snel mogelijk weer te besteden.
Woensdag 1 november
El Chaltén ligt in een hikersparadijs. Dus de belangrijkste activiteit die je hier kunt, nee eigenlijk wel moet ondernemen is een flinke wandeling. Na een aantal dagen prutweer te hebben gehad besloten de weergoden dat het welletjes was met de regen en werd deze ingeruild voor een stralend blauwe hemel. Nadat Roos en ik in de vroege ochtend langs de lokale bakker waren geweest om broodjes en boter te scoren gingen we op pad. Doel voor vandaag was de Laguna Los Tres. El Chaltén is de thuisbasis van de Mount Fitz Roy, de iconisch ogende, spitse granietberg. Vanaf de trail had je regelmatig een perfect zicht op deze kolos van ruim 3300 meter. Het Los Tres meer zelf was het eindpunt van de trail en was volledig dichtgevroren en ondergesneeuwd. Het direct daarnaast gelegen Laguna Sucia daarentegen was volledig vloeibaar en belachelijk blauw van kleur. Nadat Roos en ik ook nog een mirador (uitzichtpunt) hadden meegepikt bij de gletsjer van Piedras Blancas keerden we weer terug naar het hostel. In totaal hadden we ruim 24 kilometer en meer dan 700 hoogtemeters in de benen, dus we vonden dat we wel een drankje op één van de gezellige terrasjes van El Chaltén verdiend hadden. Les van de dag: hoewel hiken geen race zou moeten zijn hebben Roos en ik toch snel de neiging, vooral op de terugweg, om het tempo flink te verhogen en iedereen in te halen. Onderschat daarbij nooit het tempo van twee dames op leeftijd die mee lijken te doen aan de race.
Donderdag 2 november
Omdat we in een populair hostel zaten en Roos en ik slechts twee nachten geboekt hadden, moesten we helaas verplicht uitchecken. Ook vandaag was het weer een stralende dag, wat zelfs de medewerkers van het hostel best bijzonder vonden. De tweede populaire hike die rondom El Chaltén gedaan kon worden was de route naar Laguna Torre. Deze route, die iets zuidelijker lag dan de vorige, gaf ook geweldige uitzichten over de besneeuwde toppen van de Andes. Het eindpunt van de trail was de Laguna Torre. Dit (stuk minder blauwe) gletsjermeer wordt direct gevoed door de Glaciar Grande, zodat er nog flinke ijsschotsen in drijven. Op de terugweg namen we een alternatieve route zodat we ook de Margarita watervallen konden zien. Bij terugkeer op het hostel zat onze 20 kilometer hike erop en konden we ons nog even opfrissen voordat een busje ons oppikte om weer terug te brengen naar El Calafate. De chauffeur zette ons persoonlijk bij het volgende hostel af; in Argentinië hebben ze service blijkbaar hoog in het vaandel staan. Daar werden we (na de check-in) verwelkomd door een groepje dronken Duitsers die buiten stonden te barbecueën en ons ook uitnodigden. Na wat Fleisch und Bier genuttigd te hebben was het tijd om onze, inmiddels vermoeide, kuitjes wat rust te geven. Les van de dag: als de wasserette de was niet voor je droogt, vinden ze het in El Chaltén geen probleem als je je volledige was uithangt op het terras waar je een drankje nuttigt.
Vrijdag 3 november
Het hostel dat we hadden in El Calafate was behoorlijk chill. Weekdagen en weekenden zijn irrelevant als je backpackt. Daarom besloten Roos en ik vandaag een dagje niks bijzonders te gaan doen. We internetten wat, maakten een rondje door het stadje en bekeken de mogelijkheden voor tours. We deden boodschapjes, kookten zelf ons maaltje en deden voor de rest lekker rustig aan. Les van de dag: eerst reviews van een vluchtwebsite lezen als je een vlucht boekt die je mogelijk gaat aanpassen. (Ik kijk naar jullie TripAir!)
Zaterdag 4 november
Als je naar El Calafate gaat, kun je er bijna niet omheen om de beroemde Perito Moreno gletsjer te bezoeken. Zo’n bezoekje kan van heel eenvoudig, een kijkje nemen, tot heel uitgebreid, een flinke hike over de gletsjer: de Big Ice Trekking. Dat laatste had natuurlijk ook een heel ander prijskaartje. Na een tijdje wikken en wegen vonden Roos en ik toch dat we niet veel vaker de gelegenheid kregen om over zo’n gletsjer te banjeren dus hadden we de tour geboekt. Om zeven in de ochtend pikte het busje ons op voor de Big Ice. Na een ritje van een klein uur kwamen we aan bij het meer waar de Perito Moreno gletsjer aan grenst. Alleen al dit aanzicht van de gletsjer was machtig. Na het binnentreden van het bijbehorende National Park vervolgende we te voet onze weg over de balkons die aangelegd waren om nog een beter zicht te hebben op de gletsjer. De Perito Moreno eindigt als een muur van ijs die uitmondt in het meer. Deze muur is zo’n zeventig meter hoog en vanwege de constante beweging van de gletsjer vallen er steeds stukken ijs naar beneden. In de tijd dat we stonden te kijken viel er twee keer een stuk ijs ter grootte van een treinstel met een enorme klap in het water. Na de views vanuit de balkons vervolgde onze tour per boot naar de overzijde van het meer. Daar aangekomen wandelden we een stuk landinwaarts evenwijdig aan de gletsjer. Vervolgens bonden we weer eens crampons onder onze voeten en onder begeleiding van onze gids Luis startten we met onze hike over het ijs. In het begin had deze nog een beetje de vorm van een buckelpiste, maar als snel veranderde dat in een landschap met flinke pieken en scheuren. Op plekken waar deze scheuren waren volgelopen met water, kleurde deze fel blauw. Bijna onrealistisch fel blauw. Roos en ik vonden het geweldig en genoten van het schouwspel. Als twee kinderen op red bull renden we over de gletsjer van de ene aaaah, tot de volgende oooh. Roos Jappanderde de geheugenkaart van de camera tot de nok toe vol. Wederom hadden we weer stralend weer. Onze gids Luis liep rond in slechts een t-shirt. Iets wat hij naar eigen zeggen slechts drie keer per jaar kon doen. Na ruim drie uur ijshiken en tientallen blauwe ijsmeertjes, crevases, ice caves, sinkholes en ijsschotsen verder was onze tour op de gletsjer helaas ten einde. Ons bootje bracht ons, onder het genot van een whiskey’tje, weer naar de juiste kant van het vasteland en de bus zette ons bij het hostel af. Omdat we inmiddels geleerd hadden van het boeken van busreizen, besloten Roos en ik alvast een ticket te gaan regelen voor twee dagen later. Na twee kilometer naar het busstation te hebben gelopen, bleken we toch niet zo doorgewinterd als we zelf dachten: voor het boeken van een ticket hadden we dit keer de visumstempel in ons paspoort nodig. Vanwege de sluitingstijd van het busstation was ik noodgedwongen toch nog een rondje te gaan hardlopen, haalde de paspoorten op en regelde alsnog de tickets voor maandag. Les van de dag: omdat de tocht over de gletsjer nogal duur was, hebben Roos en ik vooraf toch even goed moeten nadenken. Zoiets beslis je niet over één nacht ijs. (Pa da boem!).
Zondag 5 november
Na het ontbijt startten Roos en ik onze dag met een flink stuk hardlopen langs het Argentinomeer waar de stad aan gelegen is. Ik zag dit als een stukje conditietraining voor onze aankomende tijd in het Torres del Paine park waar we de komende week aan zouden beginnen. Ook vandaag liet de koperen ploert zich weer eens goed zien. De rest van de dag deden we weinig bijzonders en genoten maar van het goede humeur van de weergoden. Omdat het hostel voorzien was van een goede oven (en dat is een uitzondering), aten Roos en ik in de avond zelfgemaakte pizza. Les van de dag: blijkbaar is goed weer iets onpatagoons, want ook de hostelmanager feliciteerde ons met het feit dat we getuigen waren van deze uitzonderlijke omstandigheden.
Overnachtingen
- Sol Atacama Hostel, San Pedro de Atacama
- Turbus nachtbus, San Pedro de Atacama – Val Paraiso
- Hostal Po, Val Paraiso
- Nachtbus Condor, Valparaíso – Pucón
- Chili Kiwi Backpackers Lakefront, Pucón
- Pistacho Hostel, Puerto Varas
- Hospedaje Corina, Puerto Montt
- Nachtbus Pullman, Puerto Montt – Punta Arenas
- Hotel Vaiora, Puerto Natalis
- Hostal Vinnhaus, Puerto Natalis
- Hostel I Keu Ken, El Calafate
Afstanden
- San Pedro de Atacama – Valparaíso: 1598 km
- Valparaíso – Pucón: 902 km
- Pucón – Huerquehue – Pucón: 210 km
- Pucón – Villarrica – Pucón: 96 km
- Pucón – Puerto Varas: 321 km
- Puerto Varas – Puerto Montt: 22 km
- Puerto Montt – Punta Arenas – Puerto Natales: 2422 km
- Puerto Natales – El Calafate – El Chaltén: 485 km
- El Chaltén – El Calafate: 213 km
Subtotaal: 6269 km
Totaal: 65139 km