Guatapé, Medellin, Salento, Bogotá, San Gil
Donderdag 3 augustus
De regen was weggetrokken zodat Roos en ik in de ochtend probleemloos een taxi naar het vliegveld konden pakken. Vanaf Santa Marta vlogen we naar Medellin met het Colombiaans equivalent van Ryan Air: goedkoop, weinig comfort en we werden enkele rijen uit elkaar geplaatst. Het gevolg was dat ik naast een hele dikke meneer zat (echt heel dik; hij moest zich in zijn stoeltje wurmen) en een mevrouw die kauwgom kauwde alsof haar leven er vanaf hing. Omdat we pas maandag in Medellin stad wilden zijn hadden Roos en ik besloten om eerst een paar dagen in Guatapé te besteden. Guatapé is een dorpje op een kleine twee uur van Medellin en scheen heel relaxed te zijn. Om er te komen vanaf het vliegveld moesten we wel een kleine puzzeltocht nemen via een bus, een collectivo (soort van deeltaxi) en een chivero (een Jeep die je van A naar B brengt) waarbij we met ons niveau Spaans behoorlijk wat handen- en voetencommunicatie nodig hadden. In Guatapé aangekomen zochten en vonden we snel een leuk hotel en verkenden daarna het dorpje. De kleurige huisjes gaven het dorp een gezellige en vredige uitstraling. Roos en ik besloten de dag verder uit te rusten van onze jungle avonturen. Les van de dag: ik ben schijnbaar de enige Europeaan die de serie Narcos niet heeft gezien. Vrijwel elke toerist kent de omgeving van Medellin aan de hand van deze serie.
Vrijdag 4 augustus
Een van de hoogtepunten in Guatapé is de Piedra el Penol; een enorme rots die zich boven het landschap uittorent. De Guatapénianen hebben de rots van een trappenstelsel van 649 treden voorzien zodat je helemaal op de top kunt komen. Roos en ik besloten naar de rots te lopen en onderweg stootte ik mijn teen zodat deze helemaal blauw kleurde. (Ik zou niet de enige gewonde zijn vandaag) Eenmaal op de top van de rots aangekomen had je een prachtig uitzicht over de regio. Guatapé ligt aan een stuwmeer dat vanwege de heuvelachtige omgeving eruit ziet als een octopus met vijftig tentakels. Het uitzicht was prachtig en in de verte konden we zelfs een haciënda zien liggen van de beruchte Pablo Escobar. In de avond besloten we weer eens te gaan hardlopen. De groene heuvels van Guatapé waren een geweldige omgeving om wat meters te maken. Het wegdek was iets minder geschikt; op de terugweg viel Roos en haalde haar hand open. (En we waren net verlost van onze Bali Tattoos!) Omdat ons hotel een goed uitgeruste keuken had en wij weer wat gezonds wilden eten kookten we in de avond een maaltje met een Colombiaanse inslag: arepas (een soort maïspannenkoek) guacemole (bij sommigen ook wel bekend als Guatamalasaus). Les van de dag: Guatapé heeft blijkbaar niet zo’n moeite met haar zwarte bladzijdes. Een toeristenboot die enkele weken ervoor gezonken was en zeven doden als gevolg had hing nog half onderwater getakeld in de haven.
Zaterdag 5 augustus
Hoewel de meeste toeristen Guatapé als dagtour boeken of een nachtje blijven, beviel de relaxedheid van Guatapé ons wel, zodat Roos en ik een nachtje bijboekten. Onze eigen kamer was helaas al volgeboekt, dus kregen we als alternatief het bezemhok met een tweepersoonsbed aangeboden: ook goed. We boekten definitief onze hoofdactiviteit voor de komende week: een cursus Spaans bij een internationale taalschool. In totaal slechts 20 uur les, dus er bleef nog tijd over voor andere dingen. Bij diezelfde school boekten we ook in-house accommodatie, wel zo makkelijk. Verder zochten we nog wat dingen uit voor ons vertrek uit Guatapé en reis naar Medellin. Een heerlijk rustig dagje dus. Les van de dag: een bezemhok heeft weinig sfeer, maar wel een prima prijs/kwaliteit verhouding.
Zondag 6 augustus
De dag begon met een kleine tegenvaller. De taalschool had de accommodatie bevestigd, maar liet toch weten dat ze al vol zaten. Omdat het dat weekend erg druk was in Medellin, boekten we voor één nacht een hostel, om vanuit daar wel verder te zien. Roos en ik pakten een bus naar Medellin en vanuit de busterminal pakten we een metro naar onze wijk Poblado. In Poblado aangekomen vertelde de receptionist van het hostel doodleuk dat ze overboekt waren en dat we het verder zelf maar uit mochten zoeken. Met de backpack op de rug en de smartphone in de hand trokken we weer de wijk in op zoek naar een hostel. Dat bleek nog niet zo makkelijk aangezien bijna alles volgeboekt was vanwege het festival. Na een uurtje zoeken hadden we op goed geluk een hostel gevonden die verder nergens in de booking.com of Lonely Planet te vinden was. Waarschijnlijk omdat het hostel gerund werd door een 100 jarige vrouw met een stem als schuurpapier. Dat deed overigens niks onder voor de kwaliteit, want de kamer was klein, maar prima in orde. We verzekerden ons ook voor een nieuw hotel voor de rest van de week, iets dichter gelegen bij onze school. Les van vandaag: ook in Colombia hebben buschauffeurs een totale doodsverachting.
Maandag 7 augustus
Hola! Tijd voor de eerste dag taalcursus. Om acht uur klopten Roos en ik aan bij Centro Catalina, onze school voor de komende week. De school was gevestigd in een mooi pand dat veel weg had van een ambassadegebouw met koloniale elementen en een mooie tuin. Na een korte intake werd ons vermoeden bevestigd: we kwamen terecht in het beginnersklasje. Samen met drie Nederlandse meiden en een Zwitsers koppel zouden we een week voorzien worden van Spaans lessen door “el profesor” Fer Juan; een gezellige twintiger die gelukkig beter was in Spaans dan Engels. In de eerste dag namen we de basics van de Spaanse taal door en in de middag bezochten we gezamenlijk het Medellin bloemenfestival, dat toevallig die week aan de gang was. De highlight van het bloemenfestival was een optocht van locals die grote loodzware platen versierd met bloemen door de straten droegen. Een soort van carnavalsoptocht dus. Maar dan zonder verklede mensen. En zonder wagens. En een stuk warmer. En met minder bier. Later in de middag checkten we in bij het hostel dat we gereserveerd hadden voor de rest van de week. Helaas volgde er nog een hostel-teleurstelling (de zoveelste op rij). Ook hier was de kamer waar we om gevraagd hadden toch bezet. De optie die ons nog restte waren twee bedden in een dorm. Omdat het hostel verder erg gezellig was besloten we toch maar voor de dorm-optie te gaan. In de avond kookten we zelf een maaltje nadat we weer een bezoekje hadden gebracht aan mijn favoriete supermarkt. Les van de dag: Het was fijn om wat vaker weer zelf eens te kunnen koken, al was het keukengerei bij het hostel van het niveau dat je zelfs niets eens bij Het Goed zou durven af te geven.
Dinsdag 8 augustus
Claro! De tweede dag taalcursus. Fer Juan zette de druk er flink op bij ons en besloot vrijwel alleen nog in het Spaans met ons te praten waardoor we af en toe hem schaapachtig aankeken. De cursusuurtjes vlogen weer voorbij en in de middag had de taalschool een uitstapje in petto naar Commune 13. De Commune 13 is een wijk die vroeger een zeer slechte naam had door bende- en drugsgeweld, maar over de afgelopen jaren flink was opgeknapt. Zoals zoveel “slechte wijken” lag deze wijk tegen de voet van een berg aan. De echo van het drugsverleden van Pablo Escobar weerklonk nog overal in de stad. Om het toeristen toch iets makkelijker te maken was deze bergwand nu voorzien van roltrappen. Maar mijn persoonlijke favoriet waren natuurlijk de vele beschilderde muren met street art. Vanaf de bovenzijde had je een prachtig overzicht over de vallei waarin de stad Medellin was uitgestrekt. Om meer van de omringende wijken te kunnen zien namen we een “metrocable” (een soort van ski-gondelliftje) wat als openbaar vervoer voor de Medellinianen diende en erg praktisch was om over de vele heuveltjes te kunnen komen. Les van vandaag: bedankt The Offspring; jullie hebben voor altijd het tellen in het Spaans voor mij verpest. “Uno, dos, tres, cuatro, cinco, cinco, seis”.
Woensdag 9 augustus
Listo! Tijd voor de derde dag van de taalcursus. Ons niveau werd stukje bij beter opgekrikt, maar ik had niet de illusie dat ik na deze week een volleerd Spaans spreker zou zijn. Na een ochtend vol les, maar vooral veel lol samen met Miranda, Marysha en Lotte (het Zwitserse koppel Marco en Elianne was inmiddels ge-upgrade naar een hogere klas) stond er weer een middagactiviteit op de planning. Activiteit van vandaag: een free walking tour, ofwel een wandeltocht met een gids die volledig is gebaseerd op fooien. Onze gids Edgar leidde ons in ruim vier door de stad heen en vertelde verhalen over gebouwen, personen en de geschiedenis van de stad. Hoewel we al het een en ander van de stad kende, wist onze gids goed te illustreren hoe Medellin afstand had genomen van zijn roemruchte verleden. De grote drugsbaron Pablo Escabor speelde hier natuurlijk een grote rol in, al wilde Edgar zijn naam niet hardop noemen ter voorkoming dat niet-Engels sprekende Medellinianen dachten dat hij “El Patron” aan toeristen aan het ophemelen was. Edgar deed zijn werk uitstekend, dus die fooi had hij meer dan verdiend. Les van de dag: Op een onbewoond eiland ben ik vooral praktisch en niet romantisch. (Spaans lesje: ik ga naar een onbewoond eiland en neem mee.) Waar anderen kozen voor boeken en een gitaar ging ik voor de satelliettelefoon en dieselgenerator.
Donderdag 10 augustus
Pronto! De vierde dag taalcursus was aangebroken. Fer Juan stopte meer zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden in onze hoofden. Nu nog er voor zorgen dat het ook daadwerkelijk bleef plakken. In de middag besloten Roos en ik er zelf op uit te gaan. We namen de metro naar het noorden. Medellin is trots op het metrosysteem, de enige metro in Colombia en voor de stedelingen is het hun teken van vooruitgang. En ik moet zeggen: het systeem werkte goed en is eind vorige eeuw in pakweg tien jaar gerealiseerd (hallo Amsterdam!). Vanuit de metro stapten Roos en ik over op de metrocable lijn L (yep, de kabelbaan). Deze metrolijn loopt helemaal uit de stad over de heuvels in een natuurgebied: Parque Arvi. Helaas kwamen we vrij laat aan waardoor een hike door het park niet meer mogelijk was en we ons moesten beperken tot een korte wandeling en een drankje. Op de terugweg maakten we nog een stop in de wijk Domingo, die eigenlijk niet wordt aangeraden voor toeristen. Toch gaf dit een mooi beeld van het dagelijks reilen en zeilen van de inwoners. Roos en ik deden er onze boodschappen, kookten een maaltje toen we terug waren op het hotel en maakten ons klaar voor de avond. Op het programma stond namelijk een avond salsa dansen. Dat dansen lieten wij als stelletje niet-dansers even aan ons voorbij gaan. Voor de gezelligheid kwamen we dus na de dansles aan in het café. Het bleek echter dat we drie flessen aguadiente* achter lagen (*een sterke anijsdrank die in elke cultuur als een lokaal drankje wordt aangeprezen). In het café was het een dolle boel. We hadden met de aanwezige taalschoolstudenten de grootste lol en gelukkig bleek dat het niveau van dansen niet veel afweek van die van ons, al had dat natuurlijk ook aan de aguadiente kunnen liggen. Les van de dag: ga pas naar een dansavond als de dansinstructies voorbij zijn, dan wordt het pas leuk.
Vrijdag 11 augustus
Finito! De vijfde en laatste dag taalcursus was aangebroken. Roos en ik leerden de laatste stukjes idioma van Fer Juan en met onze nieuwbakken kennis Spaans moesten wij het gaan redden in de wijde wereld. Binnen het hostel verhuisden we maar weer eens van dorm omdat onze kamer volgeboekt was. Om de week taalcursus af te sluiten organiseerde Centro Catalina in de avond een barbecue. Na het eten was de avond nog jong, dus besloten we met het hele gezelschap op stap te gaan. We kwamen terecht bij een kroeg met de illustere naam Dulce Jesus Mio; vrij vertaald: “My Sweet Jesus”. De tent deed zijn naam eer aan, want de sfeer valt moeilijk te beschrijven. Reken hierbij het feit dat ik er weinig foto’s meer van heb (later volgt waarom), en dit maakt het lastig om een beeld te geven. Als ik het toch moet illustreren probeer dan een circustent voor te stellen, met als gastheer een volkszanger. Het decor bestaande uit speelgoed dat aan het plafond bungelt. Mix daarna alle personeel in sprookjeskleding en voorzie het geheel van alcohol, veel alcohol. Het was een rare, maar super gezellige avond en het zou nog lang onrustig blijven. Les van de dag: Gringo’s zijn dol op gratis popcorn in de kroeg.
Zaterdag 12 augustus
Na de vreemde stapavond was het een wijs besluit van Roos en mij om wat uit te slapen. In de middag bezochten we Jeff en Catalina (geen relatie met Centro Catalina) die we via Freek, de broer van Roos, vooraf hadden leren kennen. Catalina was van Colombiaanse afkomst en Jeff kwam uit de Verenigde Staten. In Medellin woonden ze met hun twee kinderen in een appartement dat een mooi uitzicht had over de stad. Jeff en Catalina hadden zelf ook veel gereisd dus hadden we veel ervaringen uit te wisselen. Na een gezellige middag liepen Roos en ik weer terug naar ons hostel (toevalligerwijs woonden ze op loopafstand; en dat in een stad met 2.5 miljoen inwoners!) en aten in de avond het meest Colombiaanse gerecht dat je kunt bedenken: bandeje paisa, een mix van bloedworst, aardappelen, ei, rijst, bonen, spek en nog meer ingrediënten die het er niet gezonder op maken (maar wel lekker). De rest van de avond besteden we op het hostel, keuvelend met andere hostelgenoten. Les van de dag: op een Amerikaans budget kun je ruim drie keer zo lang leven in Medellin.
Zondag 13 augustus
De ochtend begon met een mini hartaanval. De avond ervoor had ik mijn laptop per ongeluk in de algemene ruimte van het hostel gelaten, waar hij nu niet meer stond. In lichte paniek struinde ik het hostel af op zoek naar de laptop, of hostelpersoneel die me verder kon helpen. Gelukkig bleek het allemaal loos alarm want een alerte medewerker had de laptop voor me apart gezet. (pfffff) Iets later namen Roos en ik een Uber naar het busstation waar we hadden afgesproken met Miranda, Marysha, Lotte, Marco en Elianne van de taalcursus. Voor het gemak hebben we onszelf omgedoopt tot de Amigos. Vanuit daar namen we een bus van pakweg zes uur naar het dorpje Salento, zuidelijk van Medellin. Daar vonden Roos en ik een leuk hotel en besloten in de late middag nog een rondje te gaan hardlopen in de heuvels. Les van de dag: de weg van Medellin naar Salento bevat duizend bochten, minstens.
Maandag 14 augustus
In de ochtend hadden Roos en ik afgesproken met de Amigos op het lokale kerkplein waar Jeeps vertrokken richting Valle de Cocora. De Valle de Cocora is een vallei die bekend staat om de gloeiende groene heuvels met daarop enorme hoge palmbomen. De hike was goed te doen en leverde geweldige uitzichten op over de heuvels. Bij stom toeval liepen we ruim 10.000 km van huis twee stadsgenoten, Michiel en Rian, tegemoet die ook een jaar op wereldreis waren, maar net twee weken waren begonnen. Na het bezoek aan de vallei besloten we dan ook om met onze stadsgenoten en de Amigos een drankje te drinken om dit stukje serendipiteit te vieren. In de avond viel er een zwarte schaduw over deze verder rooskleurige dag. Mijn telefoon, die van grote waarde was geweest tijdens de reis, liet mij zomaar in de steek. Zonder reden en zonder gedag te zeggen was mijn high tech alleskunner verandert in een heel prijzig stuk plastic. Precies in de week dat de garantie was verlopen, en pakweg drie weken nadat ik er een nieuwe camera in had laten zetten weigerde het iedere staat van dienst. Gelukkig werd de avond nog opgefleurd door gezellig te gaan uit eten met de Amigos met als toetje: tejo (spreek uit als techno zonder “n”)! Nee, tejo is geen nagerecht met teveel suiker, maar een typisch Colombiaans spel. Deze activiteit bestaat uit het gooien van metalen schijven in een kleibak met zakjes buskruit. Traditiegetrouw behoor je dit spel te spelen met een biertje in je hand, voor balans, of zoiets. Na een avond veel lol en een paar rake knallen (Roos was bloedfanatiek) was het tijd geworden om afscheid te nemen van de Amigos. Al zou het toch niet de laatste keer zijn dat we Marco en Elianne zagen. Les van de dag: de backpackerswereld is blijkbaar erg klein.
Dinsdag 15 augustus
Vandaag werd gekenmerkt door rust. Mijn laatste pogingen om de telefoon te reanimeren mislukten dus voor mij zat er niets anders op dan de reservetelefoon van mijn simkaart te voorzien en te installeren met de nodige apps. Ja, ik had een reservetelefoon bij, ware het wel dat dit exemplaar tien keer minder geheugen had en tien keer slomer was dan mijn vlaggenschip. Roos en ik besloten de dag te gebruiken om uit te zoeken wat we verder in Colombia wilden gaan doen en wat de grove lijnen voor het volgende land, Peru, zou worden. Omdat internet op het hotel uitviel en er kort een stortbui over het dorp heen hoosde, werden we hierin wat vertraagd. Daarom verplaatsten Roos en ik ons naar het Summer Café (oh the irony) waar ze naast een fijne wifi verbinding ook de beste koffie van het dorp serveerden. In de avond aten we wat kleine hapjes van het foodtruckfestival wat permanent een plekje had in het dorp. Les van de dag: met een slome telefoon krijg je er opeens heel veel gratis momenten bij om om je heen te staren, terwijl je wacht tot een app opstart.
Woensdag 16 augustus
In de ochtend beklommen Roos en ik nog een uitkijkpunt waar je aan de ene zijde de groene vallei van Salento kon zien en aan de andere kant het dorp. Daarna namen we een bus richting Bogotá. De busrit duurde ruim zeven uur en nam dus het grootste gedeelte van de dag in beslag, al kwam dit mede door een lekke band die vervangen moest worden. In Bogotá aangekomen namen we een Uber naar de wijk Chapinero en zochten weer op goed geluk een hostel (wij houden niet van reserveringen maken). We vonden een enorm leuk hostel met een geweldige sfeer en een praktische keuken, dus vanavond stond couvert a la Lemmens-Van Baal weer op het menu. Les van de dag: die enorme hoeveelheid aan bandengarages in Colombia zijn er niets voor niets.
Donderdag 17 augustus
In de ochtend had ik nog een sprankje hoop dat een expert mijn telefoon eventueel nog kon kickstarten. Ik had gegoogled waar ik een telefoon reparatieshop kon vinden en tot mijn verbazing bleek er op anderhalf kilometer loopafstand een winkelcentrum te zitten vol met dit soort bedrijfjes. Na, op het oog, de meest betrouwbare en kundige reparatieshop uit te hebben gekozen werd ik drie uur later toch teleurgesteld: patiënt overleden en er was ook geen enkele mogelijkheid om eventueel nog iets te redden uit het interne geheugen. Voornamelijk voor de laatste foto’s, die niet meer gebackupped waren sinds het begin van arriveren in Colombia, was dit een hele zure conclusie. Roos en ik spendeerden de rest van de dag aan het verkennen van onze wijk in Bogotá en verdere plannen te maken voor de komende dagen. Les van vandaag: de nadelen van een goede versleuteling op je telefoon worden pijnlijk duidelijk na een fatale crash.
Vrijdag 18 augustus
De nadelen van geen boekingen maken in hostels zorgt ook voor weinig zekerheid, dus in de ochtend wisselden Roos en ik eerst maar weer eens van kamer. Daarna pakten we de bus naar de wijk Candelaria en sloten ons aan bij de meest bekende stadsfietstour: Mike’s Bogotá Bike Tour. Mike zelf was niet aanwezig, maar zijn hulpje deed niet onder om ons de stad te laten verkennen. Met citybike en helm aan het stuur (we zijn geen Duitsers 😉 trokken we door de stad. In een ritje van zo’n 15 kilometer zagen we verschillende gezichten van de stad. We passeerden een stierenvechtarena, die sinds kort na een lange ban toch weer voor stierenvechten werd gebruikt, tot groot ongenoegen van de jongere bevolking in Bogotá. Verder zagen we het huis van een verzamelaarster van allerhande prullaria van binnen, evenals het huis van een “kunstenaar” die afval leek te verzamelen (heel smerig). Ook dronken we koffie bij een lokaal koffiefabriekje en aten we de meest exotische soorten fruit op een fruitmarkt. Het geheel werd her en der versierd door street art, waar ik al fietsend foto’s van maakte; tot grote frustratie van de fietstourleider omdat hij bang was dat de camera zou worden gejat. We sloten de fietstour af op de meest Colombiaanse manier die je maar kunt bedenken, met een potje tejo. Later in de middag bezochten we met een kabelbaan de berg Montserat die aan de rand van de stad ligt, maar helaas door de mist (en de regen) leverde dat niet echt een spectaculair uitzicht op. In de avond socializden we in het hostel en hadden een onbegrijpelijk gesprek met Colombiaanse hostelgenoot Nelson, en dat lag niet aan ons niveau Spaans. Les van vandaag: Bogotá zou ook een metrosysteem kunnen gebruiken. In de bus terug zat ik als een sardientje in een blikje.
Zaterdag 19 augustus
Bogotá is niet de meest spannende stad voor backpackers, dus namen Roos en ik de bus naar het stadje San Gil. Daarom besteedden we een kleine zeven uur in de bus. Tegen mijn verwachtingen in vond ik het buszitten van de laatste tijd helemaal niet zo erg. Het zorgt voor een verplicht moment van rust en creëert een gelegenheid om van het uitzicht te kunnen genieten. Helaas werd het uitzicht met het ondergaan van de zon minder interessant en het invallen van een flinke regenbui maakt het er ook niet beter op. In de stromende regen kwamen we dus aan en gingen weer op zoek naar een hostel. We vonden een schattige privé kamer in een erg cool hostel en omdat we geen zin hadden in koken of uitgebreid eten aten we eens ongezond San Gilliaans fast food. Les van de dag: alle radiomuziek in Colombia klinkt als uptempo Spaanstalige Rowwen Hèze met een radio DJ die weer klinkt als een circus spreekstalmeester.
Zondag 20 augustus
Vandaag hebben we niet bijzonder veel gedaan. Gelukkig was het weer droog in San Gil, dus verkenden Roos en ik de stad een beetje. Hierbij oriënteerden we en op datgene waar San Gil bekend om staat: outdoor activiteiten. We besloten dat we cool genoeg waren om de volgende dag te gaan rappellen. Omdat we al weer een tijdje stilgezeten hadden gingen Roos en ik een flink stuk hardlopen in de omgeving van San Gil. In de avond maakten we de ongezonde fast food maaltijd van de dag ervoor goed door zelf weer eens gezond te koken. Op het hostel hadden we in de avond gezellig contact met Tiffany (een temperamentvolle Puerto Ricaanse) die samen reisde met Peter (een Chinees-Amerikaan die voldeed aan de meeste clichés en zich om onverklaarbare redenen ook wel eens “Klaus” noemde). Les van de dag: de straten van San Gil worden bevolkt door een soort vreemde gieren die de resten van de markt oppikken.
Maandag 21 augustus
Na het ontbijt vertrokken Roos en ik met een lokale bus richting Juan Curi waar de beroemde gelijknamige waterval ligt waar we van af zouden rappelen. Voor de duidelijkheid: rappelen is geen muziekvorm en heeft ook niets te maken met een Franse herhaling, maar is het jezelf laten afzakken van een hoogte met een touw. Bij aankomst moesten we eerst wat formuliertjes tekenen waarin we ons ontdeden van al onze rechten en waarschijnlijk onze erfenis toelegden op de eigenaar van het rappelbedrijf (zo goed is ons Spaans nou ook weer niet). Daarna waar we klaar om naar beneden te gaan. Althans, we moesten eerst nog te voet de berg zelf beklimmen. Eenmaal boven aangekomen begroette een instructeur ons en instrueerde ons om nog even te wachten. Na tien seconden uitleg in rap Spaans (misschien de oorsprong van “rappelen”?) zouden Roos en ik voldoende training moeten hebben om naar beneden te gaan. Omdat ik de dapperste was, of omdat Roos er plezier in had ondertussen mijn angstige blikken te fotograferen, ging ik als eerste naar beneden. Ik liet me aan het touw achterover zakken en deed de eerste stapjes naar beneden van de 60 meter hoge afdaling. Na een paar stapjes had ik de techniek door en besefte dat de afdaling eigenlijk helemaal niet zo eng of moeilijk was. Ondertussen gutste het water van de waterval me om de oren, maar ik kreeg wel steeds meer plezier in de afdaling. Eenmaal beneden aangekomen was Roos aan de beurt die de afdaling zelf met nog groter gemak en nog minder angst deed. De rest van de dag leefden we op de adrenaline van onze ervaring, speelde pingpong op het hostel en praatten met hostelgenoten. Les van de dag: lees nooit vooraf andermans horrorverhalen over rappelen, dat helpt niet voor je gemoedsrust.
Dinsdag 22 augustus
Onze adrenalinehonger was nog niet gestild. Met een minivan reden we richting de Chicamocha vallei. Daar aangekomen prepareerden onze instructors het materiaal om te gaan… paragliden. Ik hees mezelf in een harnas en bevestigde me vast aan mijn instructeur. Op een klein heuveltje namen we een aanloop tot de grond onder mijn voeten verdween. Na een kleine afdaling had de instructeur de thermiek te pakken en onze parachute begon de weg omhoog te vinden. Na wat bochtjes zaten we al boven starthoogte en een paar minuten later hadden we ruim een kilometer hoogte te pakken. Het paragliden was een hele coole, maar eigenlijk vooral ontspannende ervaring. Het zweefgevoel en de uitzichten over de vallei zorgen ervoor dat de tijd voorbij “vliegt”. Mijn instructeur zorgde in het einde van de tocht voor wat adrenaline door wat draaicapriolen uit te halen waarmee we weer netjes naar beneden zweefden tot op het punt waar we waren vertrokken. Roos was iets later opgestegen en landde ook weer wat later samen met haar instructeur. Na het parapenten keerden we weer terug naar San Gil, deden wat boodschappen, kookten en sloten de dag af. Les van de dag: door het paragliding “vloog” ons budget er wel sneller doorheen. (Sorry, ik stop met de vlieg-woordgrapjes)
Woensdag 23 augustus
Omdat San Gil bekend stond om de outdoor activiteiten, vonden Roos en ik dat we daar dan ook ten volle gebruik van moesten maken. In de ochtend meldden we ons bij een touroperator om te gaan canyoningen. Roos en ik bleken de enige twee deelnemers te zijn. Dit vonden we een beetje vreemd, maar onze instructeur Joseph nam ons met een taxi mee naar het startpunt. Daar stond Kain, een vrolijk kwispelende herdershond, op ons te wachten om de canyoningtour te gaan doen. Als eerste klommen we in een grot. Gezien mijn claustrofobische aard niet mijn favoriete onderdeel. Daarna volgde een serie rappels van 13, 30 en 6 meter. Gezien de ervaring van twee dagen ervoor ging ons dat best goed af. We liepen en klauterden geleidelijk naar beneden waarbij we steeds de rivier bleven volgen. Kain liep steeds met ons mee en de plekken waar hij zelf niet naar beneden kon werd hij door Joseph in zijn rugzak meegenomen. De rappels werden afgewisseld door flinke sprongen van rotsen in het water, die herhaald konden worden op plekken waar we er niet genoeg van kregen. Na het afsluiten van de canyoningtour keerden we weer terug op het hotel om ons klaar te maken voor de avond. Samen met hostelgenoten (o.a. Tiffany en Peter) was het weer eens tijd geworden voor een potje tejo. Mijn vorige twee sessies wierpen hun vruchten af, want met de eerste buskruit-knal won ik het nationale voetbalshirt van Colombia (die ik overigens later aan iemand anders heb weggegeven). Behalve tejo speelden we ook een potje “bollo”, een vreemde variant van bowlen. Onze deelnemers raakten van alles, behalve de houten pionnen van het spel. Al had dat ook aan de hoeveelheid alcohol kunnen liggen. Toen de tejo-tent ons beu was vonden wij dat de avond nog niet voorbij was, dus begaven we ons richting een karaoketent. Van zingen kwam niet veel terecht, maar tot mijn grote frustratie vonden de locals het een mooie gelegenheid om met Gringo’s te gaan dansen (ik had moeite om van mijn danspartner af te komen). Les van de dag: blanke mannen kunnen niet dansen.
Donderdag 24 augustus
Omdat we voor het weekend een voordelig vliegticket hadden kunnen boeken hadden we een dagje over in San Gil. Roos en ik besloten deze te gaan wijden aan een natuurverschijnsel in de omgeving. In de buurt van het dorpje Guadalupe stroomt de rivier van Las Gachas die door de aanwezige stenen een mooi kleurig schouwspel geeft. Via een nogal onhandige route met locale minibusjes via de stadjes Socorro en Oiba kwamen we in de laadruimte van een Jeep (met houten bankjes) terecht waar we ruim anderhalf uur mee door de bergjungle hobbelden. Op een kruispunt stopte de chauffeur voor ons en wees richting het pad dat we nog zouden moeten lopen. In drie kwartier wandelen kwamen we aan bij de rivier van Las Gachas. De rivier stroomt over rode vlakke rotsen en heeft her en der grote gaten in de rotsen geslagen die weer een groenige gloed hebben. Omdat de tour naar Las Gachas toe ons best veel tijd gekost had, hadden Roos en ik enigszins haast om onszelf onder te dompelen in de natuurlijke swimming pools en daar de nodige iconische kiekjes van te schieten. Voor de terugweg liepen we naar het centrale plein van het dorpje Guadalupe waar we weer een Jeep pakten voor de terugweg, die verbazend veel korter was. In Oiba hielp een behulpzame local ons om een rechtstreekse bus terug te pakken naar San Gil, die ook nog eens een stuk sneller was. In de avond kookten we weer eens zelf en overdachten alle mooie momenten die we in Colombia hadden gehad. Les van de dag: lokale Jeeps dienen ook meteen als een soort koeriersdienst voor van alles en nog wat voor de mensen in de omgeving.
Vrijdag 25 augustus
In de ochtend namen we de bus naar Bogotá vanaf het lokale busstation. Na een rit van ruim acht uur kwamen we (voor de derde keer) aan in de hoofdstad. Vooraf had ik weer met Bibiana, een vriendin van me die in Bogotá woonde, afgesproken. Vanaf de busterminal in Bogotá was het een klein stukje lopen naar het huis waar ze woonde met haar moeder. Omdat Bibiana zelf nog niet thuis was werden we hartelijk ontvangen door haar moeder. Hoewel ons niveau Spaans sinds vorig bezoek enigszins opgeschroefd was, waren voor de conversatie nog steeds veel handgebaren en Engelse woorden nodig. Uit het gesprek werd verder wel duidelijk dat we samen met de moeder, de broer van Bibiana en zijn vriendin naar een plek gingen waar we Bibiana zouden ontmoeten en daar gezamenlijk zouden gaan eten. Bij een “creperie” in Bogotá ontmoetten we Bibiana weer en tijdens het eten deelden we al onze ervaringen die we in Colombia hadden opgedaan. Na een gezellige avond kregen we weer een kamertje in Casa Martinez en zorgden we dat we uitgerust waren om klaar te zijn voor een nieuw land de volgende dag. Les van de dag: Om te melden dat de bus voor Bucaramanga vertrekt stond er iemand in de vertrekhal de hele tijd “Bucaramanga Bucaramanga!” te schreeuwen. Dat is hoe het werkt in Colombia. Als iemand de hele tijd “Uden Uden!” zou roepen op de Neckerspoel zou er binnen een half uur een busje van de GGzE voor komen rijden.
Overnachtingen
- La Casona, Guatapé
- Hotel Conejo y Conejo, Medellin
- Hostal Panela, Medellin
- Hotel Palmares de Cocora, Salento
- Aurora hostel, Bogotá
- La Mansion, San Gil
- Casa Martinez, Bogotá
Afstanden:
- Santa Marta – Medellin – Guatapé: 658 km
- Guatapé – Medellin: 83 km
- Medellin – Salento: 248 km
- Salento – Bogotá: 301 km
- Bogotá – San Gil: 300 km
- San Gil – Bogotá: 300 km
Subtotaal: 1890 km
Totaal: 50176 km