Cusco, Salkantay, Puno
Zondag 10 september
In Cusco aangekomen hielp een local vrouwtje ons de bus naar het centrum te nemen. “Soy tu guía” (“Ik ben jullie gids”) grapte ze vriendelijk toen ze ons de weg wees. Cusco ligt met 3400 meter nog een stukje hoger dan Arequipa en dat is dan ook te voelen. Zeker gezien het feit dat we een hotel kozen waar we eerst vele heuvels en 80 treden voor omhoog moesten. Maargoed, de komende tijd zouden we vaker op hoogte zitten dus onze hoogtetraining was begonnen. Met deze extra verhoging kregen we dan ook een prachtig uitzicht over Cusco vanuit zowel onze kamer als de ontbijtzaal. We maakten een kort rondje door Cusco om (uiteraard) de Plaza des Armas met de verschillende kerken te verkennen. De rest van de dag bestond uit het regelen van wat kleine dingetjes en verder acclimatiseren. Les van de dag: anders dan in Nederland, wanneer je het buiten koud hebt, kun je binnen warm zitten. Zo werkt dat in Cusco niet. Vrijwel geen enkel hotel of restaurant heeft centrale verwarming waardoor iedereen in zijn jas rondloopt of met dekentjes loopt te winkelen.
Maandag 11 september
Cusco is een prachtige oude stad met een groot Incaverleden dus was het tijd voor Roos en ik om hier wat meer van te zien. Net zoals in bijna elke grote stad in Zuid Amerika kon je hier een Free Walking tour doen, dus vlak voor het middaguur sloten Roos en ik ons aan bij de tour van ene Marco. Marco was duidelijk bekend met de weg in Cusco en liet ons allerlei interessante en leuke stukken van de stad zien. We passeerden Inca-bouwwerken, katholieke kerken, plazas (pleinen), markten en mijn favoriet: een clubje alpaca’s. Aan Marco’s gelaatstrekken was goed te zien dat hij inheems bloed door de aderen had stromen en dat gaf hem vaak de gelegenheid om de Spanjaarden, die eens de stad veroverd hadden, belachelijk te maken. Aan het einde van de tour kwamen we aan in de wijk San Blas waar we onszelf trakteerden op een broodje met verse sap. We moesten toch wachten want inmiddels was het gaan regenen en kwam het kortstondig met bakken uit de hemel. In de avond hadden we afgesproken met Marco en Elianne. Nee, niet de Marco van de wandeltour, maar het Zwitserse stel dat we uit Colombia kenden van de Amigo’s en die toevalligerwijs ook in Cusco waren. Omdat we allemaal iets lokaals wilden proberen bestelden we “cuy”. Dat is Quechua voor cavia. Yup, en het was niet eens de eerste keer dat Roos en ik dit type knaagdier aten. Het was een gezellige avond met z’n viertjes en het zou wederom niet de laatste keer zijn dat we Marco en Elianne zouden ontmoeten. Les van de dag: een 30x zoomlens is ideaal als je 1) niet-geënsceneerde foto’s wilt maken van het dagelijks leven in Peru 2) je te cheap bent om de locals te betalen voor het maken van een foto.
Dinsdag 12 september
Omdat de reünie met Marco en Elianne bevallen was, hadden we besloten om vandaag de dag samen op te trekken. Gezamenlijk hadden we een tour geboekt waar we de hele dag zoet mee zouden zijn. Als eerste vertrokken we met een bus richting de archeologische incaoverblijfselen van Moray. Maar natuurlijk niet voordat we bij een super “traditionele” wolweverij gedropt werden om het edele vak van wolspinner, wolverver en wolwever te leren. En natuurlijk om een boel van deze textielen aangesmeerd te krijgen. Zonder muts of sjaal verlieten we de zaal en gingen we door naar de echte attractie waar we voor kwamen: de cirkels van Moray. Dat gold overigens niet helemaal voor Roos en ik aangezien deze attractie onderdeel was van een multi-ticket waar we eigenlijk geen behoefte aan hadden. In plaats daarvan gingen we zelf een eindje wandelen buiten het park en kwamen we erachter dat je de cirkels van Moray net zo goed kon zien vanaf de heuvel. Bonus hierbij was dat ik eindelijk eens een alpaca tegenkwam die zich liet aaien. Op naar de volgende en leukste bestemming: de zoutterrassen van Maras, ofwel de Maras Salineras. Maar eerst natuurlijk even langs de giftshop van de mijnen waar allerhande knutselwerk en stenen aan de man werden gebracht. Zonder gelukssteen of incapop verlieten wij de shop en gingen we door naar de zoutterrassen. In deze terrassen stroomt warm en zeer zout water wat uit een thermische bron komt en vervolgens wordt gedroogd door de lokale bevolking. Na het drogen wordt het zout er simpelweg uitgeschept en verkocht. De terrassen geven een mooi schouwspel alsof het abstracte kunst is. Na de tour namen we afscheid van Marco en Elianne (niet voor het laatst) en draaiden we op ons hostel een simpele salade in elkaar. Les van de dag: alpaca’s zijn het bewijs dat God tijdens de schepping een gevoel voor humor had.
Woensdag 13 september
Om drie uur ging de wekker en om half vier stond er een mannetje voor de deur van ons hostel die ons in een busje dirigeerde. In een kleine drie en half uur werden we naar een stop gebracht waar we eerst een ontbijt kregen. Vanaf daar was het nog een klein stukje doorrijden tot aan de start van de hike. Aan het begin was er (uiteraard) de gelegenheid om allerhande kleurige kleden te kopen, maar in ons eigen kloffie begonnen Roos en ik de tocht. Op een hoogte van 4200 meter was het zowel qua temperatuur als zuurstofniveau even wennen. Toch was de tocht omhoog niet bijzonder zwaar en zo’n tweeënhalf uur later passeerden we wederom de magische 5000 meter grens en kwamen aan op het uitkijkpunt op zo’n 5100 meter. Vanaf daar had je een geweldig zicht op de Rainbow Mountains (of zoals het foldertje het omschreef, de raimbow mountains). Dit is een bergwand die door verschillende soorten gesteentes een regenboogachtige waaier in allerlei kleuren heeft gekregen. Behalve de Rainbow Mountains liepen Roos en ik door naar de Red Valley, een vallei die (je raadt het al) juist een bijzonder rode kleur heeft. Na bezoek aan deze uitzichten liepen Roos en ik weer naar beneden en werden door het tourbusje naar onze lunchplaats gebracht. Hierna volgde een (naar mijn idee) volledig overbodige tour langs drie meren in de omgeving, waar niemand van de deelnemers echt behoefte aan had aangezien de meesten aardig moe waren van de hike en sommigen zelfs behoorlijk last hadden van hoogteziekte. Les van de dag: ik ben niet de enige Nederlander met een bijzondere aandacht voor alpaca’s. Tijdens de hike naar rainbow mountains liep ook een ander Nederlands stel haastig achter de beesten aan die er vervolgens (even eigenwijs zijn, als ze eruit zien) snel vandoor gingen.
Donderdag 14 september
De dag begon met een geschenk uit de hemel! Nouja, niet echt een geschenk en ook niet echt uit de hemel. Maar het hostel in Lima had een mailtje gestuurd dat het pakketje met mijn nieuwe telefoon toch spontaan was gearriveerd! De track code van DHL wist nog steeds van niets, maar dat kon me niet zoveel schelen: ik had weer een telefoon! Althans, dan moest dat ding eerst nog even in Cusco komen. En dat bleek toch iets lastiger dan gedacht. De beste optie leek me om een koeriersdienst de telefoon op te laten pikken in Lima en af te laten leveren in Cusco. En welke koeriersdienst gebruik je dan als je tot nu toe enorm veel problemen hebt gehad met DHL? Juist ja, weer DHL. Dat was zo’n beetje de enige optie, dus in de ochtend liepen Roos en ik richting een lokaal kantoortje van DHL. Na een half uur formuliertjes en kopietjes van paspoorten te hebben ingeleverd was de zending ingeboekt en zou het pakketje eerstvolgende maandag in Cusco afgeleverd worden. Teruggekomen op het hostel ging de telefoon: DHL, de zending vanuit Lima ging toch niet door, oppikken was niet mogelijk, iemand moest hem naar een DHL kantoor in Lima brengen. En oh ja, als ik mijn geld voor deze zending terug wilde, moest ik maar weer even opnieuw langs het kantoor in Cusco. Grrr, ik had mijn DHL-process-taks aardig bereikt. Ik had nog één oplossing in de koker en haar naam was Myrthe. In de avond hadden Roos en ik namelijk afgesproken om samen met Myrthe te eten omdat zij weer bijna Peru zou verlaten. Tijdens een gezellig etentje in de wijk San Blas legde ik het DHL-relaas uit aan Myrthe en aangezien zij de volgende dag in Lima zou zijn was ze wel bereid om het pakketje op te pikken en door te laten sturen naar Cusco. Myrthe, nogmaals super bedankt hiervoor! Les van de dag: ik weet nog niet precies waar ze voor gebruikt worden, maar op de markt van Peru worden volop koeienneuzen verkocht.
Vrijdag 15 september
Roos en ik hadden besloten weer een lange trekking te gaan doen. We hadden gekozen voor de vijf daagse Salkantay trekking die, net zoals veel trekkingen in de Cusco regio, eindigt bij de befaamde Machu Picchu. Wederom voor zonsopgang stopte er een busje voor ons hostel om ons op te pikken en naar het startpunt te brengen. Daar aangekomen organiseerden we onze spullen in rugzakmateriaal en spullen die door ezels gedragen zouden worden. Alle aanwezige trekkers werden in groepen verdeeld en wij werden toegewezen aan onze gids Veronica en haar hulpgids Roberto. Veronica was met haar 1.50m klein van stuk, maar ze stond zeker haar mannetje. Na tien minuten begon het te regenen, maar met haar motivatie en humor hield Veronica de sfeer erin. Onze groep werd in samenspraak met Veronica omgedoopt tot de Machu Pisco’s (vernoemd naar zowel de eindbestemming als het Peruaanse drankje). Dag 1 van de trekking was druilerig, maar niet moeilijk. We liepen tot het kamp Soraypampa op zo’n 3900 meter. Daar genoten we van een lunch gemaakt door onze eigen kok en daarna maakten we nog een wandeling naar het prachtig groenblauw gekleurde Humantaymeer dat nog zo’n 300 meter hoger lag. Het weer klaarde een beetje op al bleef het uitzicht wel beperkt. In de avond zorgde de kok weer voor een geweldige maaltijd en daarna was er tijd om gezellig met onze groep te ouwehoeren en spelletjes te spelen. Onze groep bestond uit achttien personen, een behoorlijke grote groep dus, maar de samenstelling was super. Fransen, Zwitsers, Tsjechen, een Amerikaan, een Oostenrijker en een meerderheid van zes Nederlanders. En onder die zes Nederlanders zaten ook Mark en Maud, hetzelfde stel dat op de rainbow mountains, net als wij, bijzonder geïnteresseerd waren in alapaca’s. Iedereen was fit om de trekking te kunnen doen en gezellig om een leuk clubje te vormen. In de nacht sliepen we in de vrieskou in een tent, al stond deze gelukkig wel regenvrij onder een afdak. Les van de dag: de munteenheid in Peru is Sol, de Nuevo Sol om precies te zijn. Vrij vertaald: nieuwe zon. “Nieuw” omdat de oude munteenheid in 1995 een factor miljoen hoger lag vanwege absurde inflatie, waardoor het papier van de biljetten meer waard begon te worden dan de aangegeven waarde.
Zaterdag 16 september
Dag twee van de trekking. Na een vroeg ontbijt startten we nog regenvrij aan de wandeling. Al zou dat niet lang duren. Na een uur konden de regenponcho’s weer aan en als een processie van bijzonder kleurige Ku-Klux-Clan leden liepen we de berg op. Naarmate we hoger kwamen veranderde de regen in sneeuw, wat het er niet echt beter op maakte. Op het toppunt passeerden we de Salkantaypas op zo’n 4600 meter, een route die bij helder weer blijkbaar een geweldig uitzicht op de top van de Salkantay berg zou moeten geven. Maar dat gold even niet voor ons, wij moesten het doen met mist en sneeuw. Op het toppunt offerden we samen met Victoria en Roberto (in hun eigen taal) coca bladeren en bier voor Pachamama, wellicht in de hoop dat ze ons beter weer zou geven? De route daalde vanaf dat moment flink zodat we op het volgende kamp op 2900 meter aankwamen, waar het eigenlijk best lekker weer was. Na wat uitrusten en opnieuw een goed avondeten vulde de avond zich weer met gezelligheid met van de Machu Pisco’s. We sliepen weer in een tent, dit keer niet alleen onder een dakje, maar ook nog eens op de eerste verdieping van een schuur. Les van de dag: Quechua kennen de meesten alleen als een merk 2-secondententjes op festivals. Het is eigenlijk een eeuwenoude taal en gelijknamig volk (die waarschijnlijk zelf nog nooit van deze tentjes hebben gehoord)
Zondag 17 september
Dag drie van de Salkantay trekking. Zoals het hoort bij trekkings begon de dag vroeg, maar helaas nog niet regenvrij. We waren inmiddels op jungle-hoogte aangekomen en hadden de rotsvlaktes ingeruild voor bomen en struiken. Naarmate we verder wandelden daalden we nog verder en konden we onze softshelljasjes inruilen voor korte mouwen. In de middag kwamen we aan bij ons laatste kamp in Lucmabamba op 2000 meter. Ook hier hadden we weer tenten op de eerste verdieping (kamperen bij Peruanen blijft een rare ervaring). Vanuit het kamp namen we een busje richting de Santa Teresa hot springs: een openlucht”zwembad” wat werd voorzien van heet water uit thermale bronnen. De baden waren heerlijk ontspannend en op de terugweg hadden alle Machu Pisco’s de grootste lol in de bus. Het was duidelijk dat we echt een hele leuke groep hadden. Minpuntje van de dag waren de duizenden aanwezige muggen die het op ons voorzien hadden. In de avond kookte onze kok voor de laatste keer voor ons en daarna was het feestavond bij het kamp. Les van de dag: laat de ingrediënten ‘kampvuur, bier en een groep gekke reizigers’ een paar uur sudderen en je hebt een dolle boel.
Maandag 18 september
Dag vier van de Salkantay trekking. In de ochtend was het rustig aan. Gelukkig maar, want lang niet alle Machu Pisco’s waren al in staat om zich fatsoenlijk te manifesteren. Roos en ik hadden zich samen met ongeveer de helft van de groep ingeschreven om te gaan ziplinen. In de omgeving werden we ingesnoerd in een harnas en vanaf de eerste klif zoefden we over vijf verschillende lijnen naar beneden. De langste lijn was een kilometer lang wat een geweldig uitzicht over de vallei gaf. Het vrije vliegen door de lucht voelde totaal niet eng, het enige wat me wat kriebels gaf was een hangbrug die ook moest worden bedwongen. Nee, dat waren toch niet de enige kriebels, want ook hier wisten de aanwezige muggen ons flink te grazen te nemen. Na het ziplinen werden we eerst met een busje tot het plaatsje Hidroelectrica gebracht vanwaar we lopend langs een spoorlijn richting het plaatsje Aguas calientes gingen. De regen had zich niet meer laten zien en op deze hoogte rond 2000 meter was het zelfs heerlijk warm. In Aguas calientes checkten we met de groep in bij een hotel en in de avond hadden we onze laatste gezamenlijke maaltijd in een restaurant met de treffende naam: Machu Pisco. Les van de dag: Aguas calientes voelt aan als een skidorp, maar dan zonder sneeuw.
Dinsdag 19 september
Dag vijf van de Salkantay trekking. Deze dag was het kroonstuk op de trekking, namelijk de tocht naar de Machu Picchu. En voor diegenen met een gat in hun culturele opvoeding: Machu Picchu is een verlaten Inca-stad die op een puntige berg in de jungle ligt. Omdat dit een zeer populaire bestemming is bij toeristen kun je hier maar het beste vroeg bij zijn. Om vier uur checkten Roos en ik uit in het hotel en voor vijf uur stonden we met de hele groep Machu Pisco’s bij de ingangspoort te wachten tot deze open ging. Op het moment dat de poort open ging was de race begonnen. De weg naar boven bestaat uit zo’n 400 meter omhoog aan “trappen” die geconstrueerd zijn met de aanwezige rotsblokken. Iedereen wil zo vroeg mogelijk boven zijn om die ene iconische foto te schieten van de stad zonder dat deze al verzadigd is met toeristen. Roos en ik liepen onze longen uit ons lijf en trotseerden de soms knie-hoge treden. Binnen minder dan een uurtje stonden we op de top en aangezien we meer mensen hadden ingehaald dan vise versa hadden we ons iconische uitzicht. Het weer was zelfs zo opgeklaard dat we eindelijk eens de omringende bergen konden zien! Na een rondleiding door Veronica over het complex was de officiële tour afgelopen en zou iedereen van de Machu Pisco familie zijn eigen weg gaan. Roos en ik liepen met een klein clubje nog langs de Sungate (een aparte archeologische site die op anderhalf kilometer van de Machu Picchu stad ligt) en eveneens naar de Inca Bridge. Nadat we alle onderdelen van Machu Picchu gezien hadden en het complex volgelopen was met toeristen (die voornamelijk met de bus naar boven waren gekomen, luiaards!) werd het tijd om terug te keren. Na de afdaling van de enorme trap wachtte ons nog de wandeling over het spoor terug naar Hidroelectrica. Vanaf daar werden we opgepikt door een busje die ons in zo’n zes uur rijden terugbracht naar Cusco. Daar aangekomen had ik een plezierig welkom terug in het hostel, want mijn geliefde telefoon was eindelijk aangekomen. Veel tijd voor deze hi-tech koreaan had ik niet, want ook al waren we best moe, zijn we in de avond toch nog een drankje gaan drinken met de “Dutchies” van de Machu Pisco familie. Les van de dag: even eigenwijs als ze eruit zien weigert een alpaca te lopen als je hem bepakt met meer dan 15 kilo.
Woensdag 20 september
Vandaag besteedden we onze tijd in Cusco vooral aan allerhande geneuzel. Ten eerste sliepen we eens een keertje uit, wat we naar eigen mening wel verdiend hadden. Verder lieten we weer eens de was doen en ging een groot deel van de tijd naar het volledig instellen van mijn nieuwe telefoon. Het voelde heerlijk om weer met een fatsoenlijk belijzer te kunnen werken. Daarnaast regelden we vast wat zaken voor de volgende bestemmingen en omdat we snel weer een grens zouden passeren photoshopte ik weer eens een exit-ticket in elkaar. In de avond aten we zoals veel La Pazenezen eten: een menu del dia, zittend op plastic tuinmeubilair, onder sfeervol TL-licht. Daarna namen we de nachtbus naar het stadje Puno. Les van de dag: geen souvenirs kunnen meenemen omdat je backpack al vol genoeg zit is zowel een vloek als een zegen.
Donderdag 21 september
We arriveerden vroeg in Puno. Puno is een stadje aan de rand van het enorme Titicaca meer, dat op ruim 3800 meter hoogte ligt. Onze vorige hostelmanager (en inmiddels BFF) Dan had voor ons een pickup op het bustation geregeld zodat we probleemloos naar het volgende hostel werden gebracht. Daar schoven we meteen aan voor het ontbijt en direct daarna boekten we de ochtendtour om de drijvende eilanden van Uros te bekijken. Met een bootje voeren we langs de strook eilandjes die door de lokale bewoners waren geconstrueerd uit riet. De bewoners stonden in hun felgekleurde kledij ons al op te wachten. Dat is voor mij als reiziger een rode vlag aangezien dat meestal een teken is van een tourist trap. En deze verwachting bleek te worden waargemaakt. Met een perfect ingestudeerd toneelstukje compleet met liedjes en dansjes werd ons het leven op Uros uitgelegd. Maar het belangrijkste was natuurlijk wel dat we “zelfgemaakte” sierraden, tasjes en rieten bootjes konden kopen. Deze tour was voor mij duidelijk te toeristisch. Mijn vraag waarom de mensen deze drijvende eilanden prefereerden boven een stukje vasteland bleef overigens ook onbeantwoord. Later op de middag besloten Roos en ik dat het tijd was om weer eens een rondje te gaan hardlopen. Op deze hoogte is dat al een flinke opgave en mijn misschatting van de afstand hielp daar ook niet bij. Met de tong op onze schoenen kwamen we weer terug bij het hostel. In de avond spraken we weer af om samen naar een leuk restaurantje te gaan met onze Zwitserse vrienden Marco en Elianne die toevalligerwijs dezelfde dag ook in Puno zaten. Les van de dag: kinderen op Uros zijn keiharde zakenlui. Toen een jochie zijn tekening kwam laten zien was mijn reactie “that’s beautiful”, waarop zijn reactie was: “five soles”.
Overnachtingen
- Nachtbus Movil Tours, Arequipa – Cusco
- Cusco Packers, Cusco (2x)
- Camp Soraypampa¸ Salkantay
- Chaullay Camp, Salkantay
- Lucmabamba Camp, Salkantay
- Eco Mapi Hotel, Aguascaliente
- Nachtbus, Cusco – Puno
- Inka’s Rest Hostel, Puno
Afstanden
- Arequipa – Cusco: 484 km
- Cusco – Rainbow Mountains – Cusco: 276 km
- Cusco – Salkantay – Cusco: 780 km
- Cusco – Puno: 386 km
Subtotaal: 1926 km
Totaal: 56246 km